
VS - Door het stopzetten van Amerikaanse financiering is het aantal hiv-besmettingen onder pasgeboren baby's sterk toegenomen.

Dat meldt het Aidsfonds op basis van data van lokale partners. Volgens de organisatie is Uganda het zwaarst getroffen door de bezuinigingen van Trump.
De Amerikaanse regering zette begin dit jaar de financiering voor hiv- en aidsbestrijding via USAID en Pepfar, het Amerikaanse programma tegen hiv en aids, grotendeels stop. Veel landen waren afhankelijk van die hulp, en de gevolgen daarvan worden nu zichtbaar, aldus het Aidsfonds.
Uganda, een land in Oost-Afrika met meer dan 50 miljoen inwoners, wordt het hardst getroffen door de bezuinigingen. Meer dan zestig klinieken hebben hun deuren moeten sluiten en testprogramma's liggen stil. "In klinieken waar jarenlang geen kinderen met hiv meer werden geboren, zien we nu dat weer 1 op de 4 pasgeborenen met hiv ter wereld komt", zegt Mark Vermeulen, directeur van het Aidsfonds.
"Dat gebeurt omdat moeders geen toegang meer hebben tot hiv-tests waardoor ze niet weten dat ze hiv hebben of omdat de behandeling simpelweg niet beschikbaar is", zegt Vermeulen. Duizenden zwangere vrouwen kunnen hun hiv-behandeling niet voortzetten. "Dit zijn wat ons betreft de eerste schokkende signalen van de radicale bezuinigingen."
Met internationale hulp was het eerder gelukt om de overdracht van hiv van moeder op kind vrijwel volledig te elimineren. In Uganda is de overdracht van hiv van moeder op kind binnen zes maanden gestegen van 6,1 naar 8,4 procent. Ook mannen die seks hebben met mannen en trans personen lopen meer risico op het krijgen van hiv. Ook zij worden hard geraakt door de weggevallen steun. (NOS)

