
PARAMARIBO – Minister Stanley Soeropawiro van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) wil af van de voortdurende onduidelijkheid en rechtszaken rond gronduitgifte in Suriname. Volgens hem is het hoog...

tijd dat het ministerie het fenomeen van dubbele uitgiftes en vervallen grondtitels structureel aanpakt, zodat burgers niet langer in onzekerheid leven over het perceel waarop zij soms al generaties lang wonen.
“Het komt nog te vaak voor dat iemand jarenlang op een stuk grond woont, soms al decennia, en plotseling hoort dat het perceel aan iemand anders is uitgegeven”, stelt Soeropawiro. Zulke situaties leiden niet zelden tot rechtszaken, waarbij rechters vaak oordelen dat de eerste aanvrager of oorspronkelijke bewoner voorrang moet krijgen.
Volgens de minister ligt een deel van het probleem in het vervallen van oude titels. Veel erfpachtrechten, die oorspronkelijk voor 75 jaar werden uitgegeven, zijn intussen verlopen. In plaats daarvan geldt nu grondhuur, met een looptijd van 40 jaar. “Mensen moeten erop letten of hun termijn verstreken is”, waarschuwt Soeropawiro. “Zodra de periode is verlopen, moeten ze zelf de vernieuwing aanvragen. Doen ze dat niet, dan vervalt de beschikking en komt het terrein juridisch gezien terug in de boezem van de staat”.
Toch benadrukt hij dat dit niet automatisch mag betekenen dat de grond direct aan iemand anders wordt uitgegeven. “Het ministerie moet eerst de oorspronkelijke houder schriftelijk informeren dat zijn of haar beschikking is vervallen. Die persoon moet dan de kans krijgen om een nieuwe aanvraag in te dienen. Pas als dat niet gebeurt, mag de grond aan een ander worden toegewezen”.
De huidige werkwijze – waarbij bewoners telkens opnieuw een aanvraag moeten indienen – is volgens de minister onpraktisch en oneerlijk, vooral voor families die al generaties lang op dezelfde grond wonen. “Misschien moeten we naar een duurzamer systeem”, zegt Soeropawiro. “Eén waarbij de grondhuur automatisch wordt verlengd zolang men daar woont, heeft gebouwd of het terrein in cultuur heeft gebracht. Dat zou veel onzekerheid wegnemen”.
Deze benadering zou voorkomen dat ouderen of erfgenamen plotseling geconfronteerd worden met een nieuwe beschikking op hun erf, uitgegeven aan een vreemde. “We willen niet dat iemand na zestig jaar ineens te horen krijgt dat zijn woongrond niet meer van hem is omdat de administratie niet is bijgehouden”, aldus de minister.
Volgens de minister werkt GBB aan het versterken van de juridische en administratieve kaders, zodat burgers beter worden beschermd. Ook wil hij dat het ministerie consequenter communiceert met burgers over de status van hun beschikkingen. “Goed bestuur betekent dat de overheid mensen tijdig informeert over wat er met hun grond gebeurt. Dat vertrouwen moeten we herstellen”. Soeropawiro erkent dat het ministerie jarenlang met achterstanden en wantrouwen heeft gekampt, mede door interne problemen en gebrekkige communicatie. Toch ziet hij verbetering. “We willen niet dat mensen nog op ‘eierschalen’ hoeven te lopen om hun grondzaken geregeld te krijgen”, zegt hij resoluut.

