
IRAK - Irakezen kiezen vandaag een nieuw parlement, te midden van een strijd tussen de Verenigde Staten en Iran om invloed in het land.

Ook 22 jaar na de Amerikaanse invasie waarbij dictator Saddam Hoessein ten val werd gebracht, blijft het politiek onrustig in Irak. Onder meer daarom zal de opkomst naar verwachting zeer laag zijn. Van de 32 miljoen stemgerechtigde kiezers hebben er slechts 21,4 miljoen hun gegevens bijgewerkt en een kiezerspas ontvangen voor de verkiezingen. Naar verwachting van politiek analisten komt de opkomst dit jaar niet boven de 41 procent uit; dat zou een dieptepunt in de Iraakse politieke geschiedenis zijn. Journalisten van persbureau AP meldden vanochtend dat de opkomst in door hen bezochte stembureaus inderdaad laag is.
Dat is onder meer te verklaren door de hoge werkloosheid in het land, die op ruim 14 procent ligt en bij jongeren; van de jongeren heeft een kwart geen baan. Ook wordt er onder meer geklaagd over corruptie en de falende stroomvoorziening, terwijl het land enorm rijk is door olie. Eerdere verkiezingen werden vaak ontsierd door politiek geweld. Kandidaten werden vermoord, stembureaus werden aangevallen en het kwam tot botsingen tussen aanhangers van verschillende groepen. Dat geweld lijkt inmiddels te zijn afgenomen, hoewel er ook dit jaar een kandidaat werd vermoord. Er is veel beveiliging op de been. Onder meer politieagenten konden afgelopen zondag al stemmen zodat zij vandaag hun handen vrij hebben om de stemlokalen in de gaten te houden. Het land kent vele bewegingen, die alle hun eigen invloed willen uitoefenen. Hoge regeringsposten worden verdeeld onder sjiieten, soennieten, Koerden, christenen en andere etnische en religieuze groepen die voor hun eigen belang strijden. (NOS)

