markeert volgens de voorzitter van De Nationale Assemblée (DNA), Ashwin Adhin, het begin van een nieuwe fase in de relatie tussen beide landen. Voor het parlement in Paramaribo schetste Adhin een toekomstvisie waarin wederzijds respect, volwassen dialoog en modern partnerschap centraal staan. Zijn toespraak vormde het inhoudelijke startpunt van wat hij omschreef als ‘een nieuwe mijlpaal’ tussen Suriname en Nederland.

 Volgens Adhin vraagt het moment om te ‘luisteren, waken en dienen’, zowel binnen de landen afzonderlijk als in hun wederzijdse relatie. De gedeelde geschiedenis, gemeenschappen en cultuur vormen volgens hem een brug naar de toekomst. Een brug die beide landen nu opnieuw definiëren. Suriname staat volgens de DNA-voorzitter open voor samenwerking op het gebied van ontwikkeling, kennisuitwisseling, institutionele versterking en kansen voor burgers aan weerszijden van de oceaan.

 Het bezoek van het koningspaar moet volgens Adhin de gelegenheid bieden om niet alleen verschillen eerlijk te benoemen, maar juist manieren te vinden om vooruit te kijken. Diplomatie, zo stelde hij, blijft in moeilijke tijden een krachtig instrument om vertrouwen te herstellen. Hij benadrukte dat de bereidheid van Nederland om met Suriname in gesprek te blijven, waardering oogst in brede lagen van de Surinaamse samenleving.

 Ook koning Willem-Alexander onderstreepte het belang van een toekomstgerichte relatie. Vanuit de Nederlandse delegatie kwam een duidelijke erkenning van het koloniale verleden, de pijn van slavernij en van de verhalen die generaties lang zijn doorgegeven. De koning noemde deze verhalen ‘van wezenlijke betekenis’ en beklemtoonde dat zij nooit vergeten mogen worden. Tegelijkertijd wees hij op het gedeelde belang om democratie, rechtsstaat en veiligheid te beschermen in een wereld waar deze waarden onder druk staan.

 De Nederlandse vorst benadrukte dat Suriname een inspirerend voorbeeld is van diversiteit binnen een democratische structuur. De manier waarop verschillende bevolkingsgroepen samenleven binnen één nationaal kader, noemde hij bewonderenswaardig. Hij sprak zijn wens uit om de relatie te intensiveren als ‘gelijkwaardige partners’ op basis van een gedeeld verleden én gedeelde ambities.

 President Jennifer Simons plaatste het staatsbezoek in het bredere kader van 50 jaar onafhankelijkheid. Volgens haar is juist nu het moment aangebroken om onevenwichtigheden in de relatie echt te corrigeren. De geschiedenis tussen Suriname en Nederland is volgens haar beladen, maar vormt geen barrière voor samenwerking. Simons noemde het cruciaal dat beide landen de kans grijpen om gezamenlijk te werken aan herstel, rechtvaardigheid en een gedeelde toekomst.

 Suriname acht zichzelf volgens de president klaar om op een zelfbewuste manier nieuwe internationale relaties vorm te geven, inclusief met het voormalige moederland. De gedeelde taal, het gedeelde rechtssysteem en de sterke menselijke banden tussen beide bevolkingen vormen volgens haar een solide basis voor duurzame ontwikkeling, handel, energie­transitie en sociaaleconomische groei.

 De president benadrukte dat Suriname in deze nieuwe fase geen afhankelijkheid zoekt, maar stabiliteit, partnerschap en strategische samenwerking. Het staatsbezoek biedt volgens haar de mogelijkheid om concrete stappen te zetten richting verdieping van banden, zowel op regeringsniveau als binnen de private sector.

 Wat op deze historische dag overheerst, is de gezamenlijke overtuiging dat erkenning van het verleden en vertrouwen in de toekomst hand in hand moeten gaan. Zowel in het Surinaamse parlement als binnen de Nederlandse delegatie klinkt dezelfde boodschap: de relatie Suriname–Nederland staat aan het begin van een hernieuwd, gelijkwaardig en duurzaam hoofdstuk.