advertentie
Nieuws Archief
Social media
KIGALI – Een experimenteel vaccin tegen het dodelijke marburgvirus is aangekomen in Rwanda. Hoewel er nog geen goedgekeurd vaccin tegen de ziekte bestaat, worden hulpverleners met dit middel ingeënt in de hoop dat het de verspreiding van de ziekte kan indammen.
Eind vorige maand maakte Rwanda bekend te kampen met een uitbraak van marburg, een virus dat lijkt op het verwante ebolavirus. Er zijn sindsdien 46 besmettingen bevestigd, twaalf mensen zijn tot nu toe overleden aan de ziekte. In totaal zijn 1748 personen getest om te kijken of ze het virus bij zich dragen.
Marburgpatiënten krijgen eerst te maken met hoge koorts, misselijkheid en spier- en hoofdpijn. Daarna volgen braken en diarree en hevige bloedingen door het hele lichaam. Meer dan de helft van de zieken overlijdt.
Omdat de ziekte door lichaamsvloeistoffen als ontlasting, braaksel of zweet wordt overgedragen, zijn hulpverleners bijzonder kwetsbaar: in Rwanda is zo’n 70 procent van de besmette personen medici.
Hoewel er nog geen middel tegen de ziekte op de markt is, werden er sinds begin vorig jaar wel proeven met een vaccin gedaan in Uganda en Kenia. Daarbij zijn tot nu toe geen veiligheidsrisico’s ontdekt en bovendien lieten gevaccineerden een snelle en robuuste immuunreactie zien.
In Rwanda zullen 700 hulpverleners die een groot risico lopen worden ingeënt. De vaccins daarvoor zijn gisteren in het land aangekomen. De non-profit vaccinmaker Sabin die het middel levert zegt later op verzoek meer doses te kunnen leveren. Andere farmaceuten werken ook aan vaccins, maar zijn nog niet zover.
Naast de vaccins krijgt de Wereldgezondheidsorganisatie WHO ook de beschikking over 5000 doses van het antiviraal medicijn remdesivir, dat ook tegen ebola wordt gebruikt. Hoewel het virus daarmee niet bestreden kan worden, kan het wel verlichting brengen voor patiënten.
De uitbraak in Rwanda, de eerste in het Oost-Afrikaanse land, is de op twee na grootste ooit wereldwijd. Er vielen alleen meer slachtoffers bij een epidemie rond een Congolese goudmijn tussen 1998 en 2000 (154 besmettingen, 128 doden) en eentje in Angola tussen 2004 en 2005 (252 besmettingen, 227 doden). (NOS)…[+]