PARAMARIBO – Minister Stephen Tsang van Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening (OWRO) zegt geschrokken te zijn van het vonnis van kantonrechter Rewita Chatterpal,...
waarin de Staat opnieuw ongelijk kreeg in een aanbestedingszaak aangespannen door Baitali N.V. Tsang benadrukt dat dit soort kwesties “met een vergrootglas” bekeken moeten worden, omdat zij duiden op structurele fouten in het gunningsbeleid.
“Ja, het project was bij OWRO, maar het is op een gegeven moment overgeheveld naar LVV. Ik draag geen kennis van dit specifieke traject, ik lees het nu ook in de media”, reageerde Tsang. Hij erkent echter dat de zoveelste rechtszaak rond een aanbesteding de noodzaak blootlegt om alle gunningen, groot én klein, grondig door te lichten. “We zijn nu bezig met het Quick Scan Team om de stapel documenten en dossiers die er liggen door te nemen. Maar dat is een enorme berg data, daar ben je niet in een paar weekjes doorheen”, aldus de bewindsman.
De minister voegde eraan toe dat niet alleen prestigieuze infrastructuurprojecten, maar ook kleinere aanbestedingen onder de loep genomen moeten worden. “Juist daar sluipen vaak onregelmatigheden in, en dat moeten we boven water krijgen”, zei Tsang, zonder direct in te gaan op de politieke gevolgen van de tweede nederlaag van de Staat tegenover Baitali NV.
De zaak draait om de aanbesteding van het wegproject Southdrain–Apoera in Nickerie. De rechter oordeelde dat de procedure van het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) onrechtmatig verliep en dat Baitali NV ten onrechte buitenspel werd gezet. De gunning aan Shiwan Tushan N.V., ter waarde van bijna USD 43 miljoen, moet binnen een week worden ingetrokken. De uitvoering van het contract dient per direct te worden stopgezet. Daarmee boekt Baitali, na de eerdere overwinning in de zaak rond de Van ’t Hogerhuysstraat, een tweede juridische triomf. Volgens de rechter handelde de Staat in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur, mede omdat Baitali eerder door OWRO was uitgenodigd om een offerte in te dienen en er zelfs overleg op presidentieel niveau had plaatsgevonden.
Uit het vonnis blijkt dat LVV de regels van het aanbestedingsrecht op meerdere punten schond. De inschrijftermijn bedroeg slechts dertien dagen, terwijl minimaal 42 dagen verplicht zijn. Bovendien werd het project alleen bekendgemaakt via de Facebook-pagina van LVV en niet in een landelijk dagblad, zoals de wet voorschrijft. Ook de eis dat inschrijvers een verplichte “plaatselijke aanwijzing” moesten bijwonen, was onwettig. De rechter legde de Staat een dwangsom van SRD 1 miljoen per dag op zolang het vonnis niet wordt nageleefd. Daarnaast moet de regering officieel bekendmaken dat het eerdere besluit is ingetrokken, zowel in het Advertentieblad van de Republiek Suriname als in een landelijk dagblad.