Julián Alvarez heeft Atlético Madrid een onvergetelijke derby tegen Real Madrid bezorgd. De Argentijnse spits scoorde
tweemaal in de 5-2 overwinning, waarmee Atlético voor het eerst in 75 jaar vijf doelpunten maakte tegen de aartsrivaal.
Real leek aanvankelijk de bovenliggende partij. Kylian Mbappé bracht de bezoekers zelfs op een 2-1 voorsprong, maar Álvarez draaide het duel volledig om. Eerst benutte hij een strafschop voor de 3-2, waarna hij met een prachtige vrije trap de marge verder vergrootte. Het Metropolitano ontplofte, terwijl coach Diego Simeone zichtbaar geëmotioneerd zijn tranen nauwelijks kon bedwingen.
De zege betekende de eerste competitienederlaag voor Real onder trainer Xabi Alonso, die tot dusverre zes opeenvolgende La Liga-duels én de Champions League-opener had gewonnen. Alleen in de halve finale van het WK voor clubs tegen Paris Saint-Germain leed hij eerder verlies. Dankzij de overwinning klom Atlético naar de vierde plaats, zes punten achter Real. Voor Atlético betekende dit duel meer dan alleen punten: het doorbrak de slechte seizoensstart en hield de titel hoop levend.
Álvarez was eerder dit jaar nog de schlemiel in een strafschoppenreeks tegen Madrid, toen zijn mislukte penalty Atlético de uitschakeling in de Champions League kostte. Nu werd hij de held. “Elke penalty is een nieuwe kans, net als elk duel,” zei hij na afloop. “Vandaag was speciaal.” “We bleven aanvallen en het hele team geloofde erin.” Simeone roemde zijn spits, die eerder in de week al een hattrick maakte in de 3-2 zege op Rayo Vallecano. “Álvarez” werkt ongelooflijk hard, zowel in de aanval als in de verdediging. We moeten hem koesteren, want hij is uitzonderlijk,” aldus de Argentijnse coach. (ESPN)