Aan de transfersoap rondom Aymeric Laporte is definitief een positief einde gekomen.
De Spaans international was hard op weg van Al-Nassr naar Athletic Club, maar buiten de schuld van de Baskische club om klapte de transfer. Na het hoger beroep bij de geschillencommissie mag de verdediger zich nu alsnog speler van los Leónes noemen. Vlak voor de Spaanse transferdeadline op 1 september werd de transfer van Laporte afgerond. Bij het registeren van de transfer bij de FIFA ging het echter compleet mis. Athletic schreef dat de transfer 'door externe factoren' was geklapt. Informatie vanuit Al-Nassr ontbrak of werd niet op tijd ingediend, waardoor het er op leek dat Laporte in Riyad zou blijven. De Spaanse bond RFEF bood Athletic de helpende hand aan en stapte naar de FIFA met het verzoek een uitzondering te maken, maar kreeg 'nee' te horen. Nu heeft de geschillencommissie van de FIFA de transfer alsnog goedgekeurd. Laporte (31) keert terug in zijn geboortestad bij Athletic, waar hij de kans kreeg zich tot internationale topvoetballer te ontwikkelen. Laporte sloot op vijftienjarige leeftijd aan in de jeugdopleiding en speelde 222 duels in de hoofdmacht, voor hij begin 2018 vertrok. Manchester City had in de winterstop van het seizoen 2017/18 liefst 65 miljoen euro over voor de diensten van de geboren Fransman. Daarmee brak hij het inkomende transferrecord van Athletic. Een jaar later scherpte Kepa Arrizabalaga (80 miljoen naar Chelsea) dat record nog wat aan.
Laporte groeide in Engeland uit tot basisspeler onder Pep Guardiola, speelde 180 wedstrijden en vierde grote successen, waaronder zes landskampioenschappen en een Champions League. In de zomer van 2023 vertrok hij naar Al-Nassr, dat naar verluidt tien miljoen euro overhoudt aan zijn verkoop. (VZ)