in Suriname (VIDS). De overhandiging vond plaats tijdens een ceremoniële bijeenkomst in de ballroom van het nieuwe gebouw van De Nationale Assemblee. Met dit document wordt vastgelegd dat geen enkele beslissing over inheemse gebieden genomen mag worden zonder de vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van de betrokken gemeenschappen.

 De president sprak haar waardering uit voor het initiatief van de inheemse volkeren. “Ik moet de inheemse volken danken, omdat ze met dit document duidelijkheid geven over wat zij denken en willen,” zei Geerlings-Simons. “Dit biedt een startpunt om verder te gaan. Het streven van deze regering is om in deze periode de belangrijkste problemen rond inheemse en tribale volkeren daadwerkelijk op te lossen.” Ze gaf aan dat de regering werkt aan de erkenning van de inheemse volkeren als eerste bewoners van Suriname en aan juridische waarborgen voor hun grondrechten.

 Volgens de president vormt het FPIC-protocol een waardevolle basis voor nieuw beleid. “We geloven dat als we de grondrechten van de inheemse volkeren erkennen, niet alleen hun gemeenschappen, maar heel Suriname daarvan zal profiteren.” Ze wees erop dat de regering reeds heeft opgeroepen om de uitgifte van gronden in inheemse gebieden te stoppen, en riep VIDS op het proces rond de vaststelling van dorpsgrenzen te versnellen.

 VIDS-voorzitter Muriel Fernandes sprak van een historisch moment voor de inheemse volken. “Na jaren van overleg, onderzoek en dorpsconsultaties bieden wij een document aan dat de stem, kennis en waarden van onze volken samenbrengt,” zei zij. “Wat wij vandaag aanbieden is niet slechts papier, maar een manifest van respect, rechtvaardigheid en partnerschap.” Volgens Fernandes is het protocol een levend document dat richtlijnen bevat voor overheden, bedrijven en organisaties die willen werken in of met inheemse gebieden, met nadruk op dialoog, transparantie en inclusieve besluitvorming.

 Minister Stanley Soeropawiro van Grondbeleid en Bosbeheer noemde het protocol “een belangrijk moment in de relatie tussen de overheid en de inheemse gemeenschappen”. Hij benadrukte dat het FPIC-principe een fundamenteel instrument is voor duurzame ontwikkeling. “Het betekent dat gemeenschappen het recht hebben om vrij, vooraf en goed geïnformeerd hun toestemming te geven of te weigeren bij beslissingen die hun omgeving, cultuur of levenswijze beïnvloeden,” aldus de minister.

 Met de overhandiging van het FPIC-protocol aan de regering en De Nationale Assemblee markeert Suriname volgens VIDS een nieuwe fase van samenwerking, waarin de rechten en waarden van inheemse volken centraal staan. “Ontwikkeling mag nooit ten koste gaan van identiteit,” zei Fernandes. “Ware groei is alleen mogelijk als we samen beslissen, samen dragen en samen beschermen.”