Eskak geeft aan dat daarbij een vaste volgorde wordt gehanteerd. “We zijn begonnen met het veldpersoneel, dat intussen volledig is uitbetaald. Daarna kwam het colportagepersoneel aan de beurt. Op 12 augustus zijn we gestart met het eerste deel van deze groep en deze week zijn de overmakingen voor het tweede deel uitgevoerd”, aldus de directeur. De volgende groep, die aanspraak maakt op haar vergoeding is het stembureaupersoneel. Het gaat om een omvangrijke groep van ruim 7000 mensen. Ook de leden van de hoofdstembureaus en leveranciers, die goederen en diensten hebben geleverd, wachten nog op betaling.

Volgens Eskak is het totaalbedrag voor het verkiezingspersoneel geraamd op ongeveer SRD 27 miljoen. “Voor de overwerktegoeden gaat het om zo’n SRD 25 miljoen. Het stembureaupersoneel vormt de grootste kostenpost, en daar komen de vergoedingen voor de hoofdstembureaus en de hertellingen  nog bij”, licht hij toe. Hoewel de middelen volgens de goedgekeurde begroting voor dienstjaar 2025 toereikend zijn, is de snelheid van de betalingen afhankelijk van het Ministerie van Financiën en Planning. “We hebben de betaallijsten in orde gemaakt en aan Financiën doorgegeven. Het bekijkt bij de komende overdracht in hoeverre er ruimte is. Mogelijk kan er volgende week of de week daarop een groter bedrag worden vrijgemaakt, zodat wij een grotere groep kunnen uitbetalen”, zegt Eskak.

Hij benadrukt dat de resterende middelen in de eerste plaats zullen worden gebruikt voor de betaling van het verkiezingspersoneel. Leveranciers volgen daarna. “We hopen dat Financiën en  Planning ons in de gelegenheid stelt dit zo snel mogelijk af te handelen.”