
PARAMARIBO – Achter de abstracte cijfers van de consumentenprijsindex (CPI) over november 2025 schuilt...

een realiteit die voor veel Surinaamse huishoudens steeds tastbaarder wordt: het dagelijks leven wordt duurder, terwijl inkomens nauwelijks meebewegen. De nieuwste CPI-publicatie van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) maakt inzichtelijk hoe prijsontwikkelingen zich vertalen naar de portemonnee van burgers.
De CPI meet de prijsverandering van een vast pakket goederen en diensten dat representatief is voor de consumptieve uitgaven van huishoudens. Juist doordat dit pakket niet wordt aangepast aan veranderend koopgedrag, laat de index scherp zien hoeveel méér consumenten moeten betalen om hetzelfde levenspatroon te behouden. Voor veel gezinnen betekent dit dat keuzes onvermijdelijk worden: minder kopen, goedkoper inkopen of noodzakelijke uitgaven uitstellen.
Met name huishoudens met een vast of laag inkomen ervaren de gevolgen direct. Lonen en uitkeringen reageren doorgaans vertraagd op prijsstijgingen, waardoor de koopkracht structureel achterblijft. Dit vergroot de financiële kwetsbaarheid, vooral bij gezinnen die al een groot deel van hun inkomen besteden aan basisvoorzieningen.
De CPI-methodiek maakt ook duidelijk waarom veel burgers het gevoel hebben dat “alles tegelijk duurder wordt”. De index volgt meerdere uitgavencategorieën tegelijkertijd, waardoor prijsstijgingen zich opstapelen. Zelfs wanneer afzonderlijke verhogingen beperkt lijken, kan het gecombineerde effect aanzienlijk zijn voor het maandbudget.
Een belangrijk aspect van de CPI is dat deze geen rekening houdt met substitutiegedrag. Consumenten die noodgedwongen overstappen op goedkopere alternatieven, zien hun uitgavenpatroon veranderen, maar de index blijft uitgaan van hetzelfde pakket. Dit betekent dat de CPI vooral laat zien hoeveel extra middelen nodig zijn om het oorspronkelijke consumptieniveau te behouden – iets wat voor steeds meer huishoudens onbereikbaar wordt.
Sociale organisaties signaleren dat deze ontwikkeling leidt tot toenemende druk op informele steunnetwerken. Familie en gemeenschap vangen een deel van de klappen op, maar ook deze buffers raken uitgeput naarmate prijsstijgingen aanhouden. Dit vergroot de kans op problematische schulden en sociale spanningen.
De CPI-cijfers roepen daarnaast vragen op over de effectiviteit van koopkrachtmaatregelen. Tijdelijke compensaties kunnen verlichting bieden, maar lossen het onderliggende probleem niet op zolang prijzen blijven stijgen. Zonder structurele inkomensverbetering of effectieve prijsbeheersing blijft de kloof tussen kosten van levensonderhoud en draagkracht bestaan.
Voor beleidsmakers vormt dit een belangrijk signaal. Inflatie is niet alleen een macro-economisch vraagstuk, maar ook een sociaal probleem met directe gevolgen voor welzijn en bestaanszekerheid. Het CPI-rapport onderstreept dat beleid niet uitsluitend moet focussen op stabiliteit in cijfers, maar ook op de leefbaarheid voor huishoudens.
De novembercijfers maken duidelijk dat inflatie steeds meer een dagelijkse realiteit wordt: niet als abstract percentage, maar als een voelbare beperking van keuzes, kansen en zekerheid voor grote delen van de samenleving.

