PARAMARIBO – De roofoverval op ondernemer C.J. aan de Sunparklaan dreigt uit te monden in een juridisch schandaal, waarbij het vertrouwen in de politie opnieuw een gevoelige deuk oploopt.
“Wat begon als een brute overval door gewapende mannen in politie-uniform, is in enkele dagen tijd omgeslagen in een situatie waarin het slachtoffer – mijn broer C.J. – zelf als verdachte wordt behandeld, in verzekering is gesteld en geen contact meer mag hebben met zijn advocaat of familie,” zegt zijn zus in gesprek met Times of Suriname. De familie luidt de noodklok.
“De overval vond plaats op vrijdag. Voor zover wij weten, drongen vier gemaskerde en zwaarbewapende mannen het huis van mijn broer binnen en overvielen hem. Daarbij is bijna drie kilo goud, een Rolex horloge van circa USD 12.000, 7.000 euro in contanten en een iPhone 16 buitgemaakt. Mijn broer is het slachtoffer van een georganiseerde roof en dat nog door mensen, die ons juist moeten beschermen. Dat is niet alleen een misdaad, maar een schande voor het hele korps,” zegt ze geëmotioneerd.
Na de overval deed C.J. onmiddellijk aangifte. Ook buren schakelden de politie in. Bij aankomst kwamen agenten van verschillende afdelingen ter plaatse. Hij legde zijn verklaring af bij de politie. “Later werd bevestigd dat minstens één van de daders, S.K., brigadier bij het Justitieel Interventie Team (JIT), bij de overval betrokken was. Hij is inmiddels aangehouden. Wij vermoeden dat de overige verdachten ook leden zijn van het JIT of van andere politiediensten. Daarom voelen wij ons onveilig. Dit zijn de mensen, die ons zouden moeten beschermen, maar kijk wat er nu allemaal naar buiten komt.”
De familie vindt het zorgwekkend dat het verhaal sinds vrijdag constant is veranderd. “Eerst werd gesproken over een goudroof, maar later doken berichten op over een ‘ripdeal’ – een mislukte drugstransactie. Omdat op een ander adres, dat niets met mijn broer te maken heeft, voertuigen zijn aangetroffen, die mogelijk bij de overval zijn gebruikt en op basis van vermoedens van derden, wordt nu gesuggereerd dat mijn broer ook betrokken zou zijn. Voor ons is duidelijk: de politie probeert de aandacht af te leiden van het feit dat de daders uit hun eigen gelederen komen. Ze schuiven nu de schuld in de schoenen van mijn broer, terwijl hij er niets mee te maken heeft.”
Volgens de zus werd het huis van C.J. maandag opnieuw doorzocht door een politie-eenheid, die naar verluidt geen toestemming nodig had om het pand te betreden. “Er was niemand thuis, want sinds vrijdag zijn noch mijn broer, noch wij als familie teruggekeerd naar het huis uit angst. De politie heeft de garagedeur geforceerd, het huis doorzocht en de camerabox meegenomen. Dinsdag zijn mijn broer en ik vrijwillig naar de politie gestapt, omdat hij hoorde dat hij werd opgespoord.”
C.J. beantwoordde volgens zijn zus alle vragen van de politie. “Hij spreekt vooral Spaans en een beetje Engels en Nederlands. Ik moest vertolken. Na het verhoor werd een verklaring opgesteld, die we lazen en ondertekenden. Toen werd het document naar een inspecteur gebracht, die wijzigingen wilde aanbrengen. Uiteindelijk werd de verklaring verscheurd en we kregen te horen dat mijn broer werd aangehouden – hij werd plotseling als verdachte aangemerkt.”
De advocaat van C.J. kreeg later te horen dat er op maandag een illegaal wapen in het huis zou zijn aangetroffen en dat C.J. mogelijk betrokken is bij een drugszaak. “Maar er is geen enkel bewijs. Ze zeggen dat ze een tip hebben gehad, maar niemand weet hoe vaak de politie zonder toezicht het huis is binnengetreden. Ze kunnen zelf iets hebben geplaatst alleen om mijn broer als schuldige te kunnen aanwijzen. Sinds vrijdag is niemand anders in het huis geweest behalve de politie dus ze kunnen van alles daar hebben gedaan.”
Sinds C.J. in verzekering is gesteld, is er een contactverbod opgelegd. “We hebben gehoord dat mijn broer is mishandeld en inmiddels is overgedragen aan de JIT-afdeling. Dat is bijzonder verdacht, want het gaat om agenten van diezelfde afdeling, die hem zouden hebben beroofd. Waarom wordt hij dan daar geplaatst?” De familie beraadt zich op vervolgstappen. “We hebben een advocaat ingeschakeld en overwegen een klacht in te dienen bij de procureur-generaal en de Rechter-Commissaris. Wij eisen een grondig en onafhankelijk onderzoek. Dit is machtsmisbruik en een grove schending van de rechten van een burger.”