PARAMARIBO - Op 1 juli 1863 werd de trans-Atlantische slavernij in de toenmalige Nederlandse koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen officieel afgeschaft.
De tot slaaf gemaakten moesten echter na de afschaffing nog tien jaar doorwerken op de plantages. Met uitzondering van de Inheemsen zijn de voorouders van alle Surinamers naar dit land gebracht. Marrons hebben zich zo’n 103 jaar eerder vrijgevochten en verkregen hun vrijheid eerder dan de rest van de Afrikaanse diaspora in Suriname. Deze dag kreeg in 1960 de naam Dag der Vrijheden en draagt sinds 1993 weer haar oorspronkelijke naam: Keti Koti.
Slaven werden niet als mensen, maar als koopwaar beschouwd. Kodjo, Mentor en Present werden als misdadigers gemarteld, levend verbrand of geëxecuteerd. Vandaag de dag worden zij erkend als verzetsstrijders en nationale helden van Suriname. We maken mee dat steeds meer landen terecht onderkennen en erkennen dat slavernij een misdaad tegen de menselijkheid is - de meest vernederende, gruwelijke en mensonterende vorm van onvrijheid. De naakte waarheid is dat een belangrijk deel van onze samenleving zich nog niet voldoende bewust is van de historische en sociale betekenis achter Keti Koti. Dit cruciale moment herinnert ons eraan dat we ons moeten inspannen voor échte emancipatie en zelfredzaamheid. Keti Koti moet in het teken staan van historisch bewustzijn. Onze trots ligt in onze cultuur, identiteit en tradities — waarden die we ten minste economisch en educatief moeten inzetten.
We moeten innovatief gaan denken en streven naar een kenniseconomie en een gezonde onderwijsinfrastructuur. We moeten ook goed zijn in het duurzaam en eerlijk verdelen van welvaart, met aandacht voor het beleven van waarden en principes als betrokkenheid, acceptatie en integratie. Aan de vooravond van vijftig jaar staatkundige onafhankelijkheid pleit de BEP daarom voor beleid en onderwijs gericht op maatschappelijke cohesie sociaal cement dat Surinamers met elkaar verbindt. Beleidsmakers moeten eerlijkheid tonen, zuivere zelfreflectie niet schuwen en verantwoordelijkheid nemen. Zij moeten alert blijven en zichzelf voortdurend afvragen of ze de juiste koers varen. Het is hun plicht te waken voor etnische polarisatie en sociale uitsluiting, en zich te richten op rechtvaardigheid en natievorming
Momenteel rekenen we ons al rijk met de olie in de grond. Maar zolang we de welvaart ongelijk blijven verdelen, moeten we ons afvragen of er werkelijk sprake is van een evenwichtige verdeling van de toekomstige olie- en gasinkomsten. Een gedetailleerd meerjarenplan dat rekening houdt met álle bevolkingsgroepen en dat ook andere sectoren beschermt, kan voorkomen dat olie en gas leiden tot een nieuwe vorm van slavernij. Een solide plan en breed gedragen plan zal ons werkelijk bevrijden - en ons rijk maken op een eerlijke en duurzame manier. Met deze gedachten wenst de BEP het gehele volk een respectvolle en bezinningsvolle Keti Koti.