
PARAMARIBO – Jarenlang werd het beeld geschetst dat het bacovenbedrijf FAI een molensteen om de nek van de overheid was.

Het staatsbedrijf zou nauwelijks levensvatbaar zijn en om overeind te blijven volledig afhankelijk zijn van forse subsidies. Regelmatig werd door de directie aangevoerd dat er zelfs moeite was om de salarissen van veldwerkers tijdig uit te betalen. Nieuwe informatie wijst echter uit dat er binnen FAI wél financiële ruimte bestond, maar vooral voor de top van de organisatie. Directieleden zouden zichzelf salarisverhogingen hebben toegekend die opliepen tot bijna SRD 400.000 per maand.
“USD 4.000 tot 5.000 per maand, dat was hun salaris. En zij hebben zichzelf een verhoging van ongeveer USD 5.000 tot 6.000 gegeven. Ze kwamen daarmee uit op ongeveer USD 10.000 per maand”, zegt president Jennifer Simons. Zij laat er geen twijfel over bestaan dat er flink is gesjoemeld met bedrijfsinkomsten en subsidiegelden.
Arbeiders hebben enkele weken geleden actie gevoerd, nadat hun ter ore kwam hoe de leiding van FAI zichzelf verrijkte, terwijl hun steeds werd voorgehouden dat het bedrijf in zwaar weer verkeerde. Met de onthullingen van de president blijkt de uitbuiting groter dan aanvankelijk gedacht. Ook zij noemt het onvoorstelbaar dat er op deze manier met de belangen van de werkers is omgesprongen.
“Je ziet dat gewone arbeiders niet worden betaald, of dat er geen geld meer is om hen te betalen. Wanneer ik terugkijk naar wat mij is gerapporteerd, blijkt dat de overheid maandelijks SRD 4,5 miljoen in het bedrijf moest steken om de arbeiders te kunnen betalen. Dit terwijl de directie al kon rekenen op een riant salaris van ongeveer USD 4.000 tot USD 5.000. Desondanks werd besloten om zichzelf een salarisverhoging van bijna 100 procent toe te kennen en de arbeiders in de kou te laten staan”, aldus het staatshoofd.

