De ontwerpwet is bedoeld om groene groei te stimuleren, de economie te diversifiëren en de unieke biodiversiteit van Suriname te beschermen voor huidige en toekomstige generaties. Daarnaast beoogt de wet bescherming te bieden aan de woon- en leefgebieden van inheemse en tribale volken en Suriname opnieuw een voortrekkersrol te laten vervullen op het gebied van natuurbeheer. Tijdens de behandeling kwamen echter diverse aandachts- en zorgpunten naar voren.

Parlementariër Marciano Dasai (VHP) waarschuwde voor de risico’s van de huidige opzet van de wet. Volgens hem dreigt bestuurlijke verwarring door de verdeling van verantwoordelijkheden over meerdere ministeries. “Laat passie ons niet blind maken voor de realiteit. Een wet die alleen op papier schittert, maar in de realiteit niet werkt, is een gevaar voor onze soevereiniteit”, stelde Dasai. Hij wees erop dat taken rond natuur, milieu en ruimtelijke ordening verspreid zijn over verschillende ministeries, terwijl de uitvoering grotendeels bij de Nationale Milieuautoriteit (NMA) wordt gelegd. Dit kan volgens de gewezen milieuminister leiden tot conflicten over bevoegdheden, verantwoording en internationale vertegenwoordiging.

Ook parlementariër Rossellie Cotino (NDP), voorzitter van de commissie van rapporteurs voor deze wet, benadrukte dat in de ontwerpwet meerdere taken aan de NMA worden toegekend die overlappen met bestaande verantwoordelijkheden van andere instanties. “De taken die aan de NMA worden gegeven, zijn in sommige gevallen conflicterend of overlappend met taken die al bij andere organen zijn ondergebracht”, gaf zij aan.

Verder bracht Cotino de zorgen van inheemse en tribale gemeenschappen onder de aandacht. Volgens hun vertegenwoordigers moet eerst de wet collectieve rechten van inheemse en tribale volken worden behandeld en aangenomen, voordat beschermde gebieden worden aangewezen. “Er is nog geen duidelijke demarcatie van hun gebieden. Hoe kunnen wij dan beschermde gebieden vaststellen die mogelijk overlappen met hun leefgebieden?” aldus Cotino.