
PARAMARIBO – De Kwatta Markt, verkeert in een diepe crisis die het gevolg lijkt van jarenlang wanbeheer, een gebrek aan transparantie en verregaande verwaarlozing.

Tijdens een recent overleg tussen vakcentrale C-47, standhouders en het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) kwam aan het licht dat een buitenlandse donatie van maar liefst USD 90 duizend spoorloos is verdwenen.
Het geld, afkomstig uit Japan, was bedoeld voor de modernisering en uitrusting van de visafdeling van de markt. Volgens C-47-vertegenwoordiger Dayanand Dwarka is de verdwijning van het bedrag het duidelijkste bewijs van ‘puur wanbeheer’. De onthulling heeft onder standhouders en betrokkenen grote verontwaardiging veroorzaakt. Terwijl de markt maandelijks naar schatting SRD 500 duizend aan inkomsten genereert, is er nauwelijks iets zichtbaar gedaan aan onderhoud of verbetering.
Het meest zichtbare en onmiddellijke gevaar is de staat van de markthal zelf. De Kwatta Markt is volgens de standhouders al drie jaar niet gewassen, met als gevolg een ernstig onhygiënische en ongezonde situatie. De standhouders, die dagelijks in deze omstandigheden moeten werken en hun waar verkopen, durven zich vaak niet uit te spreken uit angst voor represailles van de voormalige beheerders. Naast het financiële wanbeheer en de onhygiënische situatie speelt er een complex, juridisch probleem rondom het marktterrein. Oorspronkelijk was de grond eigendom van LVV, bedoeld om kleinschalige boeren een directe afzetmarkt te bieden.
Onder een voormalige ressortleider van LVV werd echter een stichting opgericht die het beheer overnam. De vraag of deze stichting de rechtmatige eigenaar is van de markt, staat nu ter discussie. “Eerst moet de juridische status van het perceel worden uitgezocht”, benadrukt Robby Berenstein van C-47. De vakbond hoopt dat de grond, indien onrechtmatig uitgegeven, terugkeert in de boezem van de Staat.
C-47 en de standhouders zien de oprichting van een nieuwe, democratische organisatie mogelijk een coöperatie als de enige uitweg uit deze chaos. De verantwoordelijkheid voor het ontstaan van deze crisis ligt bij de voormalige beheerders en de overheid die het door nalatigheid heeft laten gebeuren. De zittende minister van landbouw heeft de klachten erkend en benadrukt de verantwoordelijkheid van de overheid. De minister heeft toegezegd de rol van het Ministerie van RO in de perceeluitgifte te onderzoeken en heeft over twee weken een vervolgbijeenkomst gepland om de verzamelde informatie te bespreken. De totale samenleving is gediend bij een markt die gezond en transparant wordt beheerd. Het is nu zaak dat de toezeggingen van de overheid leiden tot daadkrachtige actie om de schade bij de Kwatta Markt te herstellen.

