
PARAMARIBO – De olie- en gasindustrie blijft de komende eeuw onmisbaar in de mondiale energiemix, en...

Suriname speelt daarin een strategische rol. Dat zei voormalig Staatsolie-directeur Rudolf Elias tijdens zijn presentatie op de tweede dag van de Social Media Conference. Zijn boodschap was helder: “Olie en gas zijn geen vloek, maar een kans, mits we weten hoe we die moeten benutten”.
Elias schetste in zijn presentatie de wereldwijde realiteit van energieverbruik. “Zelfs als we vandaag stoppen met zoeken, zal olie nog minstens honderd jaar nodig zijn. Gas wordt de motor van de toekomstige energievoorziening”, zei hij. Hij verwees naar de technische prognoses die aantonen dat de vraag naar fossiele brandstoffen stabiel blijft, vooral vanuit opkomende economieën waar miljarden mensen nog geen toegang hebben tot betrouwbare energie.
Met de ontdekking van ruim veertig triljoen kubieke voet aardgas en meerdere olievondsten positioneert Suriname zich volgens Elias als een toekomstige speler van formaat. “Twee van de negen ontdekkingen staan al op de lijst voor ontwikkeling. Dat betekent dat we vanaf 2026 de eerste FID zullen zien en tegen 2030 gasproductie verwachten”, verklaarde hij.
Volgens Elias zijn de risico’s in de sector hoog, maar de opbrengsten nog hoger. “Bedrijven investeren tientallen miljoenen dollars zonder garantie op winst. Dat ze dat in Suriname durven, zegt iets over het vertrouwen dat we internationaal hebben opgebouwd”. Een van de factoren die dat vertrouwen versterken, is volgens hem de juridische zekerheid in de Surinaamse wetgeving. “De Grondwet en de Mijnbouwwet maken duidelijk dat alleen de Staat bevoegd is om over olie- en gascontracten te beslissen. Dat biedt stabiliteit en veiligheid voor investeerders”.
Toch benadrukte Elias dat Suriname meer moet bieden dan juridische zekerheid. “Onze grootste kracht zijn onze mensen. Tijdens mijn tijd bij Staatsolie werkten teams zeven dagen per week, dag en nacht. Kennis en toewijding zijn onze grootste exportproducten”. Hij riep jonge professionals op om zich te verdiepen in de energiesector. “Er zit enorm potentieel in olie en gas, maar ook in de kennis die erbij hoort. Jongeren moeten nu al leren hoe de industrie werkt, zodat zij straks niet toekijken hoe buitenlanders het land opbouwen”.
Daarnaast herinnerde Elias zijn publiek eraan dat economische groei hand in hand moet gaan met milieubewustzijn. “Onze regenwouden zijn onze toekomst, onze troef. Vijftig jaar van nu zal de wereld juist dat waarderen”. Elias toonde zich optimistisch over de vooruitzichten, maar temperde te hoge verwachtingen. “Ja, de inkomsten zullen groeien, de GDP zal stijgen tot Europese niveaus, maar dat betekent niets als de samenleving niet meegroeit. Het succes van de oliesector moet zich vertalen in welvaart voor elke burger”. Hij sloot af met een waarschuwing: “De tsunami van olie- en gasontwikkelingen komt eraan. Als we die golf verstandig berijden, worden we welvarend. Maar als we niets doen, zal ze ons overspoelen”.

