begin april mee kwam. Uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat blijkt dat bedrijven in de Europese Unie in april voor 47,6 miljard euro aan goederen exporteerden naar de VS. Dat is ruim 30 procent minder dan de 71,1 miljard euro in maart. In die maand was juist een forse stijging te zien.

Het grillige verloop van de export naar de VS komt vermoedelijk door het beleid van de regering in Washington. In april voerde Trump heffingen in op alle goederen die de VS uit het buitenland haalt. Zo kwam er voor de EU aanvankelijk een heffing van 20 procent. Later in de maand werd dat teruggeschroefd naar 10 procent.

Het was in maart al duidelijk dat deze heffingen eraan zouden komen. Amerikaanse bedrijven hebben daarom nog snel extra buitenlandse goederen ingekocht. Op deze manier wilden ze zo lang mogelijk Trumps heffingen ontlopen. Want hoewel de president de heffingen ziet als straf voor het buitenland, zijn het Amerikanen die de extra belasting daadwerkelijk moeten betalen.

De exportdaling in april was vooral terug te zien in een fors lagere uitvoer van Europese chemicaliën. Dat heeft te maken met de farmaceutische export vanuit Ierland, waar veel grote internationale bedrijven zitten vanwege belastingvoordelen. De Ierse farmaceutische export naar de VS steeg voorafgaand aan de invoerheffingen sterk en kelderde in april. Het verklaart ook waarom de Ierse industrie in april met 15 procent kromp.

Eerder bleek al dat de Chinese export naar de VS ook flink lager was in april. Het ging om een daling van 21 procent ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Ook hier speelt het beleid van Trump een rol: op Chinese goederen zijn nog hogere heffingen van kracht. (Nu)