OEKRAÏNE - Bij het Europese overleg over noodsteun aan Oekraïne stemden 26 EU-lidstaten donderdagavond voor een steunpakket.
Hongarije weigerde als enige, maar ook Slowakije lag langere tijd dwars. Dat gebrek aan eensgezindheid kan Europa parten gaan spelen.
Er zijn meerdere redenen waarom het zo moeilijk voor Europa is om met één stem te spreken, zegt Annette Freyberg-Inan van de Universiteit van Amsterdam. Het gaat om complexe besluitvorming, vervolgt de hoogleraar Theorie van de Internationale Betrekkingen. "Er praten 27 lidstaten mee.” Daarbij moet elk land ook de burgers meekrijgen. Dat kost tijd."
Die 27 landen moeten tot consensus zien te komen over steun aan Oekraïne. Maar die consensus is er nu dus niet. Tot voor kort kon Europa voor veiligheid en steun rekenen op de NAVO. "Die bond was altijd verantwoordelijk voor onze veiligheid, waardoor het Europese defensiebeleid zich maar langzaam heeft ontwikkeld."
Maar de Amerikaanse president Donald Trump wil NAVO-landen die volgens hem niet voldoende uitgeven aan hun eigen bescherming, niet langer te hulp komen, dreigde hij meermaals. Dat brengt de NAVO en de Europese garantie op veiligheid tot wankelen. In het stuk hieronder lees je daar meer over.
De EU werkt met het zogeheten Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid. Dat is een soort EU-tegenhanger van de NAVO, het belangrijkste beleidskader waarbinnen de EU afspraken kan maken over veiligheid en defensie. "Om binnen dat beleid actie te ondernemen, is er consensus nodig", legt Freyberg-Inan uit. Alle lidstaten moeten het eens zijn met een besluit. Europa zou dan bijvoorbeeld een Europees leger kunnen opzetten.