
BANGLADESH - De oud-premier van Bangladesh, Sheikh Hasina, is maandag bij verstek veroordeeld tot de doodstraf voor misdaden tegen de menselijkheid.

Ze krijgt de straf voor haar rol bij het dodelijke optreden van de veiligheidsdiensten tegen betogers in de zomer van 2024. Bij de betogingen kwamen zo'n veertienhonderd mensen om, blijkt uit een schatting van de Verenigde Naties. De meesten van hen zouden zijn doodgeschoten door veiligheidsdiensten.
Aanklagers zeiden tijdens de rechtszaak dat de 78-jarige Hasina opdracht had gegeven om honderden betogers dood te schieten. De Bengaalse rechtbank voor internationale misdrijven oordeelde vervolgens dat de oud-premier schuldig is aan misdaden tegen de menselijkheid. De protesten tegen Hasina gingen ondanks het geweld door. Ze trad uiteindelijk af en vluchtte naar India, waar ze nog steeds is. Sindsdien bestuurt een interim-regering het land, in aanloop naar de verkiezingen in februari. Hasina was vijftien jaar aan de macht. India weigert haar uit te leveren aan Bangladesh, meldt The Guardian. In een reactie op het vonnis heeft Hasina de beschuldigingen opnieuw ontkend. Ze beweerde dat het proces "politiek gemotiveerd" was. Eerder in het proces weigerde ze de autoriteit van de rechtbank, die ze zelf had opgericht, te erkennen.
Ook mensenrechtenorganisaties zijn kritisch over het feit dat Hasina in deze rechtbank terechtstond voor internationale misdrijven. Tijdens het bewind van Hasina stond de rechtbank bekend om politiek gemotiveerde rechtszaken. Volgens Human Rights Watch voldoet de rechtbank ondanks veranderingen niet aan de voorwaarden voor eerlijke rechtspraak. De interim-regering ontkent dat en benadrukt dat de rechtsgang transparant is en toegankelijk voor onafhankelijke waarnemers. (Nu)

