blijkt dat de mijn inmiddels tot de slechtst presterende locaties van het concern behoort. Van de veertien goudmijnen die Newmont wereldwijd exploiteert, staat Merian momenteel op de derde plaats van onderen. De productie in het tweede kwartaal bedroeg slechts 40.000 ounces, waarmee de neerwaartse lijn wordt bevestigd.

Over de eerste helft van 2025 kwam de output uit op ruim 87.000 ounces, een terugval van 15,5 procent vergeleken met dezelfde periode in 2024. In het kwartaalrapport erkent Newmont de ernst van de situatie: “De Merian-mijn in Suriname kreeg te maken met een productiedaling van 48% en stijgende kosten, wat heeft geleid tot ontslagrondes van tot wel 15% van het personeel.”

De problemen in Merian zijn niet alleen het gevolg van lagere productievolumes. De operationele kostprijs is scherp gestegen, wat de concurrentiepositie verder uitholt. Dit is des te opvallender omdat de internationale goudprijzen sinds april 2024 record na record breken en dit jaar op USD 3.100 tot USD 3.500 per ounce liggen bijna een verdubbeling sinds USD 1.911 vorig jaar.

Toch is deze prijsstijging een tweesnijdend zwaard. Analisten waarschuwen dat de hype deels wordt gedreven door paniek op de financiële markten en geopolitieke onzekerheid. Een correctie naar USD 2.020 per ounce wordt reëel geacht. Voor een mijn als Merian, die nu al worstelt met hoge kosten, zou zo’n prijsdaling desastreuze gevolgen hebben voor de rendabiliteit.

Om de operaties duurzaam te houden, wil Newmont tussen de 10 en 15 procent van het personeel schrappen. De geplande afvloeiing van ruim 150 werknemers, ingaande deze maand, leidde tot felle weerstand van de vakbond. Die heeft de kwestie voorgelegd aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Arbeid.

De sociale spanningen binnen het bedrijf dreigen toe te nemen, zeker nu de lokale gemeenschap sterk afhankelijk is van de mijn voor werkgelegenheid en economische spin-off.

Wereldwijd produceerde Newmont in het tweede kwartaal 1,478 miljoen ounces goud, slechts marginaal lager dan een jaar eerder, mede door de verkoop van duurdere, niet-kernactiva. Grote mijnen als Nevada Gold Mines en Pueblo Viejo presteerden bovengemiddeld, wat ruimte laat voor een sterker tweede halfjaar. De totale goud-equivalente productie (GEO) kwam uit op 1,87 miljoen, waarvan 393.000 GEO’s afkomstig waren uit co-productmetalen