
PARAMARIBO - De regering heeft zichzelf, met de tweede herfinanciering van de zogenoemde Oppenheimer-lening, wat tijd ingekocht totdat de oliedollars beginnen te...

stromen in 2028. Alle rentes en aflossingen die ingaande januari 2026, via de vele ingewikkelde constructies, betaald zouden moeten worden aan de schuldeisers blijven in Suriname om noodzakelijke programma’s uit te voeren. Er wordt gerekend op de oliedollars om de druk op te vangen, wanneer na 2028 de schuldeisers komen aankloppen voor hun geld.
Volgens financiënminister Adelien Wijnerman was de tweede herfinancieringsoperatie zeer omvangrijk, maar wel met succes uitgevoerd. De minister heeft het over de oude obligatielening van bijna USD 700 miljoen dat volledig is afgekocht, om rentelasten te voorkomen. De oude schulden zijn vervangen door twee nieuwe obligatieleningen met een langere looptijd en een iets lagere rente. Deze middelen komen echter niet beschikbaar voor binnenlandse uitgaven. De vrijgekomen fondsen, goed voor USD 1,6 miljard, blijven op een buitenlandse rekening staan en worden uitsluitend gebruikt voor het aflossen van de bestaande obligaties en andere commerciële internationale leningen.
Een van de afgeloste verplichtingen betreft een zogeheten VRI-afspraak die door een vorige regering was toegezegd, waarbij na 2028 geen extra verhogingen meer zouden plaatsvinden. De regeling bracht echter vanaf 1 januari 2026 een maandelijkse rentevoet met zich mee die zou oplopen tot meer dan USD 700 miljoen aan verplichtingen. Ook deze structuur is in het herfinancieringspakket volledig afgekocht.
Met de herstructurering koopt Suriname tijd. De ene lening loopt tot 2030 en de andere tot 2035. Volgens Wijnerman ontstaat hierdoor een broodnodige begrotingsverlichting in de komende jaren. “We moesten het doen”, legt ze uit. “Zo snel mogelijk, anders zouden we al in november in problemen komen. Het zou ons alleen maar duurder worden. En we hebben dat dan eigenlijk afgekocht. Dus we zijn klaar daarmee”, aldus Wijnerman.

