PARAMARIBO/GENÈVE – Suriname heeft maandag geschiedenis geschreven als eerste land in het Amazonegebied dat door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) officieel is gecertificeerd als malaria-vrij.
Het besluit bekroont bijna zeventig jaar onafgebroken inzet van de overheid, gezondheidswerkers en lokale gemeenschappen om deze tropische infectieziekte definitief uit te bannen.
“Deze certificering is een krachtig bewijs dat iedereen, ongeacht afkomst of verblijfsstatus, recht heeft op diagnose en behandeling,” benadrukte WHO-directeur-generaal Tedros Adhanom Ghebreyesus. “Suriname’s toewijding aan gezondheidsrechtvaardigheid is een inspiratie voor alle landen die streven naar een toekomst zonder malaria.” De erkenning volgt nadat Suriname overtuigend heeft aangetoond dat er de afgelopen drie jaar geen overdracht van malaria meer is geweest. Daarmee sluit het zich aan bij 45 andere landen en één gebied wereldwijd, waaronder twaalf landen in de Amerika’s.
Suriname’s strijd tegen malaria begon in de jaren vijftig, met grootschalige campagnes langs de dichtbevolkte kust. Binnen enkele jaren wisten gezondheidsautoriteiten met onder meer DDT-spray en antimalariamedicatie malaria daar sterk terug te dringen. Maar in het uitgestrekte, beboste binnenland bleek deze aanpak minder effectief: traditionele open woningen boden weinig bescherming tegen muggen.
In 1974 werd daarom een nieuwe koers ingezet: de Medische Zending kreeg de leiding over malaria-bestrijding in het binnenland en werkte met lokale gezondheidswerkers voor snelle diagnose en behandeling. Toch kreeg Suriname begin deze eeuw opnieuw zware klappen te verduren. Door intensieve goudwinning, vaak in moeilijk bereikbare gebieden en met veel mobiele werkers, steeg het aantal malariagevallen tot boven de 15.000 in 2001 – het hoogste aantal in de Amerika’s.
Het keerpunt kwam vanaf 2005, met steun van internationale partners zoals het Global Fund en de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO). De diagnosecapaciteit werd sterk uitgebreid via snelle tests, en nieuwe behandelingen met artemisinine en primaquine werden geïntroduceerd. Risicogroepen, zoals mijnwerkers en migranten, kregen gratis geïmpregneerde klamboes.
In 2006 was malaria onder inheemse gemeenschappen al sterk afgenomen. De aandacht verschoof toen naar mobiele groepen in afgelegen mijngebieden. Suriname richtte daar een uniek netwerk op van ‘Malaria Service Deliverers’: getrainde dorpsgenoten en mijnwerkers die gratis diagnose, behandeling en voorlichting verzorgden. “Juist deze lokale aanpak, ongeacht iemands nationaliteit of verblijfsstatus, bleek doorslaggevend,” aldus PAHO-directeur Jarbas Barbosa.
Het laatste lokaal overgedragen geval van de gevaarlijkste parasiet, Plasmodium falciparum, werd geregistreerd in 2018. In 2021 volgde het allerlaatste geval van Plasmodium vivax. Ook daarna bleef Suriname alert. Door malaria-screening aan grensovergangen en voortdurende monitoring in afgelegen dorpen werd herintroductie voorkomen. Cruciaal daarbij was politieke wil: de regering zette in op het Nationaal Malaria Eliminatie Taskforce, een speciaal eliminatiefonds en intensieve samenwerking met buurlanden Brazilië, Guyana en Frans-Guyana.
Minister van Volksgezondheid, Amar Ramadhin, reageerde trots: “Malaria-vrij betekent dat onze bevolking niet langer gevaar loopt. Het is goed voor de volksgezondheid, onze economie en toerisme. Tegelijk beseffen we dat we waakzaam moeten blijven.” Suriname maakte bovendien deel uit van het WHO-initiatief ‘Elimination 2025’, gericht op landen die kans maakten om vóór 2025 malaria te elimineren. Het succes past ook binnen het bredere plan van PAHO om tegen 2030 ruim dertig overdraagbare ziekten in de regio terug te dringen of uit te bannen.
Volgens de WHO is Suriname’s succes hét bewijs dat malaria-eliminatie mogelijk is, zelfs in complexe, tropische regio’s zoals het Amazonebekken. Het laat zien dat politieke betrokkenheid, samenwerking en inzet van gemeenschappen levens kunnen redden – en geschiedenis kunnen schrijven. De malaria-vrije certificering werd na streng advies van deskundigen officieel bekrachtigd door de WHO-directeur-generaal. Een erkenning waar generaties Surinamers de vruchten van zullen plukken.