PARAMARIBO – De Surinaamse rechtspraak gaat de komende jaren nadrukkelijker de samenleving opzoeken.
Tijdens de opening van het nieuwe zittingsjaar op vrijdag 3 oktober kondigde Hofpresident Iwan Rasoelbaks aan dat burgers niet alleen sneller toegang tot de rechter krijgen, maar ook beter worden geïnformeerd over rechtszaken en uitspraken. Zo gaat het hof voortaan live op Facebook om uitleg te geven over kwesties die het maatschappelijk debat beheersen.
“Goed gecommuniceerde en transparante rechtspraak is niet langer een luxe, maar een noodzaak”, stelde Rasoelbaks in zijn rede. “Voor veel justitiabelen is een win-winsituatie verkieslijk boven een verlies-winscenario. Communicatie kan daarin het verschil maken.”
De inzet van persrechters, die toelichting geven bij gevoelige of veelbesproken zaken, wordt uitgebreid. Vanwege de toegenomen vraag zijn er inmiddels twee extra persrechters aangesteld. Daarnaast worden uitspraken steeds vaker gepubliceerd op de website van het Hof. De stap naar sociale media is volgens Rasoelbaks logisch: “We moeten zijn waar de burgers zijn.”
Deze initiatieven passen binnen een bredere koerswijziging. De rechtspraak wil af van het gesloten imago en actief laten zien dat er transparant en zorgvuldig wordt gewerkt, juist nu maatschappelijke spanningen en economische uitdagingen groot zijn.
Naast communicatie staat toegankelijkheid centraal. Het hof werkt aan de invoering van snelrecht voor kleine straf- en civiele zaken die in eerste aanleg door een kantonrechter worden afgehandeld. Burgers hoeven hierdoor niet langer maanden te wachten op uitspraken in zaken van geringe omvang. Voor grotere en complexere zaken komt een rechtbank met enkelvoudige en meervoudige kamers, waarbij beroep mogelijk blijft bij het Hof van Justitie.
Ook belasting- en bestuursrechtspraak staan op de agenda. De wetsvoorstellen liggen inmiddels bij De Nationale Assemblee. Invoering ervan moet zorgen voor een betere bescherming van burgers en bedrijven tegen besluiten van de overheid.
Een belangrijke randvoorwaarde voor al deze plannen is de uitbreiding van het aantal rechters. Momenteel telt het Hof 31 rechters, maar door afronding van de raio-opleiding door zestien juristen eind dit jaar groeit het aantal naar 47. Eind 2026 moeten daar nog eens elf bijkomen, waarmee Suriname beschikt over 58 rechters. Dit zal niet alleen de doorlooptijden verkorten, maar ook decentralisatie naar de districten mogelijk maken.
Daarbij wordt gedacht aan de invoering van een small claims court, waar burgers op laagdrempelige wijze kleine geschillen kunnen laten beslechten. Het Bureau Rechtszorg zal hierin een vernieuwde rol vervullen. Rasoelbaks kondigde tevens aan dat de samenwerking met ketenpartners als het ministerie van Justitie, het Openbaar Ministerie en de Orde van Advocaten wordt geïntensiveerd. Digitalisering van processen en verdere professionalisering van de straf- en familiezaken zijn speerpunten.
Internationaal wordt eveneens vooruitgang geboekt. Het hof blijft samenwerken met de Hoge Raad der Nederlanden en de Raad voor de Rechtspraak bij opleidingen en digitalisering. Ook de banden met de Caribbean Court of Justice worden versterkt.
Cijfers illustreren de uitdaging waarvoor de rechtspraak staat. In 2025 kwamen er ruim 18.000 zaken op tafel, waarvan er 16.000 zijn afgehandeld. Toch schuiven 4.179 dossiers door naar 2026. Het project “Meten is weten” moet inzicht geven in de duur van procedures en leiden tot kortere doorlooptijden. Het adagium “comply or explain” - vonnis wijzen op de afgesproken datum, of uitleg geven waarom dat niet lukt – moet rechters daarbij scherp houden. De modernisering gaat gepaard met forse investeringen. Voor 2026 vraagt het Hof ruim SRD 506 miljoen, bijna één procent van de nationale begroting. Dat geld moet de basis leggen voor een onafhankelijke en toegankelijke rechtsstaat die beter aansluit op de behoeften van burgers.
Rasoelbaks sloot af met een beeldspraak die de ambitie samenvat: “Het zijn de kleine korrels zand die maken dat we een strand zien. Elke dag moeten we kleine stappen zetten om de moderne rechtspraakorganisatie op te bouwen die onze samenleving verdient.”