
PARAMARIBO- Bij De Nationale Assemblee (DNA) is een initiatiefvoorstel ingediend voor de Wet Openbaarheid Bestuursinformatie, bedoeld om burgers meer inzicht te geven in het beleid en handelen van de overheid.

De wet moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie op verzoek beschikbaar wordt gesteld, waardoor de samenleving letterlijk kan meekijken in de keuken van de overheid. Toch blijkt uit de inhoud van het voorstel dat de beoogde transparantie mogelijk beperkt blijft door diverse uitzonderingen en onduidelijkheden.
Het initiatief komt van VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien, die in zijn initiatiefvoorstel stelt dat de wet de basis moet vormen voor een open bestuurscultuur. In de huidige opzet zijn echter bepalingen opgenomen die de betrouwbaarheid en volledigheid van verstrekte informatie niet garanderen. Zo staat in het voorstel dat een bestuursorgaan niet verantwoordelijk is voor de juistheid of volledigheid van informatie, die het zelf heeft opgesteld of verspreid. Wanneer een bestuursorgaan weet dat gegevens mogelijk onjuist of onvolledig zijn, moet dit wel schriftelijk aan de verzoeker worden meegedeeld. De vraag blijft echter hoe effectief die verplichting kan worden gecontroleerd, zeker wanneer het vermoeden kan bestaan dat informatie bewust is achtergehouden of vervormd.
Een andere omstreden bepaling is dat een verzoek om informatie kan worden geweigerd, als de aanvrager “kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie”. Die formulering is vaag en zou ruimte kunnen laten voor willekeurige of subjectieve beslissingen bij de overheid.
Ook de termijn voor informatieverstrekking roept vragen op. Een bestuursorgaan krijgt volgens het voorstel zes weken om te reageren, met de mogelijkheid om die termijn tweemaal met ten hoogste zes weken te verlengen “indien de omvang of complexiteit van de informatie dit rechtvaardigt”. Dit bevordert niet een snelle transparante informatievoorziening.
Daarnaast kent de wet aanzienlijke beperkingen in haar toepassingsgebied. Instanties die zich bezighouden met staatsveiligheid, de Rekenkamer en bedrijfsgeheimen van particulieren vallen buiten de reikwijdte van de wet; een gangbare uitzondering in vergelijkbare internationale regelingen. Daarmee blijft juist het deel van de overheid, dat publieke controle moet belichamen, zelf buiten het bereik van transparantieverplichtingen. Er is wel de ruimte gelaten voor uitzonderingen, maar die hebben betrekking op informatie die nu al worden vrijgegeven.

