PARAMARIBO – Suriname beschikte eind mei 2025 over een stevige buffer aan internationale reserves.
Volgens minister van Financiën en Planning, Adelijn Wijnerman, bedroegen de bruto internationale reserves ongeveer 1,5 miljard Amerikaanse dollar, voldoende om 7,6 maanden import te dekken. Daarmee is de financiële positie aanzienlijk versterkt in vergelijking met juli 2020, toen de reserves nog beduidend lager waren.
Wijnerman gaf in De Nationale Assemblee aan dat de bruto internationale reserves in deze periode met ruim 1 miljard dollar zijn toegenomen, een groei van 180 procent. “De belangrijkste instroom komt uit de mijnbouwsector, goed voor 950 miljoen dollar”, aldus de minister. Daarnaast vloeiden middelen binnen uit het IMF-programma onder de Extended Fund Facility, wat netto 567 miljoen opleverde. Verder werd circa 302 miljoen dollar opgenomen bij de Inter-American Development Bank (IDB), terwijl de bijzondere trekkingsrechten (SDR) van het IMF in 2021, ter waarde van 175 miljoen dollar, extra ruimte boden in de nasleep van de COVID-pandemie.
Tegenover deze instroom stond echter ook aanzienlijke uitstroom. Zo werd 495 miljoen besteed aan overheidsuitgaven. Daarbovenop kwamen de afwikkeling van de zogenoemde China-swapovereenkomst (155 miljoen), rente- en aflossingsbetalingen op kasreserves van commerciële banken (136 miljoen), en de gedeeltelijke teruggave van Ringvens-kasreserves (110 miljoen). Ook investeerde de Centrale Bank van Suriname (CBvS) circa 100 miljoen en werden aflossingen aan het IMF gedaan voor een stand-by-lening van 42 miljoen dollar.
Minister Wijnerman benadrukte dat de internationale reserves een cruciale rol spelen voor het vertrouwen van internationale partners en kredietverleners. Zij wees erop dat de CBvS voor het IMF-programma een specifiek rekeningsysteem hanteert, waarbij de netto internationale reserves centraal staan als beleidsanker.
Ook het monetaire beleid kwam aan bod. Het parlement vroeg naar de rol van de zogeheten Open Market Operations (OMO’s). Wijnerman legde uit dat deze veilingmechanismen en CBvS-certificaten worden ingezet om de liquiditeit in de economie te reguleren en de geldhoeveelheid te sturen. Daarbij wordt technische assistentie van het IMF ingeschakeld om over te stappen naar een meer op inflatie gericht beleidskader. Dit traject start in september en moet leiden tot een moderner raamwerk voor prijsstabiliteit.
“De groei van de reserves is een belangrijke stap voorwaarts, maar het beleid moet gericht blijven op stabiliteit en structurele versterking van onze economie”, besloot Wijnerman.