
PARAMARIBO – De benzineprijzen in Suriname laten in november 2025 een beperkte maandelijkse daling zien, maar op jaarbasis blijft brandstof aanzienlijk duur.

Uit de nieuwste inflatiecijfers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) blijkt dat de brandstofprijzen in november met ongeveer 1,8 procent zijn gedaald ten opzichte van oktober 2025, terwijl die vergeleken met november 2024 met circa 8,7 procent zijn gestegen. Daarmee blijft benzine een structurele aanjager van kosten in de economie.
De maandelijkse daling suggereert op het eerste gezicht enige verlichting voor automobilisten. In de praktijk blijkt deze afname echter onvoldoende om eerdere prijsstijgingen te compenseren. De jaarlijkse toename van bijna negen procent betekent dat consumenten en bedrijven nog steeds aanzienlijk meer betalen voor brandstof, dan een jaar geleden. De tijdelijke daling verandert weinig aan de structurele druk die benzine uitoefent op het dagelijks leven.
Brandstofinflatie heeft een directe en indirecte impact. Direct, omdat huishoudens meer kwijt zijn aan vervoer. Indirect, omdat benzine een cruciale kostenpost is voor transport en logistiek. Hogere brandstofprijzen worden vrijwel altijd doorberekend in de prijzen van goederen en diensten. Daarmee werkt benzineinflatie door in vrijwel alle sectoren van de economie: van voedselvoorziening tot bouw en dienstverlening.
De cijfers laten ook zien hoe instabiel de brandstofprijzen blijven. In de loop van 2025 waren er meerdere maanden met stijgingen en dalingen, wat wijst op sterke gevoeligheid voor internationale olieprijzen en wisselkoersontwikkelingen. Deze volatiliteit maakt het voor ondernemers moeilijk om kosten te plannen en voor consumenten om grip te houden op hun uitgaven.
Voor transportbedrijven en zelfstandige ondernemers, zoals taxichauffeurs en leveranciers, blijft de situatie nijpend. Een jaarlijkse stijging van bijna negen procent in brandstofkosten vertaalt zich direct in lagere marges of hogere tarieven. Veel ondernemers staan voor de keuze: kosten absorberen en winst inleveren of prijzen verhogen en het risico lopen klanten te verliezen.
Ook voor huishoudens met een vast inkomen blijft de brandstofinflatie zwaar drukken op de koopkracht. Lonen en uitkeringen stijgen doorgaans niet in hetzelfde tempo als de brandstofprijzen, waardoor de reële bestedingsruimte verder afneemt. Vooral gezinnen die afhankelijk zijn van dagelijks vervoer voor werk, school of zorg voelen de gevolgen direct.
De ABS-cijfers maken duidelijk dat de maandelijkse daling in november geen trendbreuk vormt. Zolang Suriname sterk afhankelijk blijft van geïmporteerde brandstof, blijven benzineprijzen kwetsbaar voor externe schokken. De brandstofinflatie mag tijdelijk afzwakken, maar blijft op jaarbasis hardnekkig hoog.
De conclusie is: benzine is in november iets goedkoper geworden, maar structureel nog steeds fors duurder dan een jaar geleden. Het is onontkoombaar dat voor echte verlichting niet incidentele prijsdalingen nodig zijn, maar fundamentele oplossingen die de impact van brandstofinflatie blijvend verminderen.

