maar ook kritisch werd gekeken naar knelpunten binnen het jeugdbeleid. De vergadering, die op zaterdag 20 december 2025 werd gehouden, stond in het teken van reflectie en vooruitblik en markeerde tegelijk een overgangsperiode voor het Nationaal Jeugd Instituut (NJI), waaronder  de Jeugdraad ressorteert.

Volgens NJI-directeur Dinesh Parag kan 2025 worden gekenschetst als een overwegend positief werkjaar. De Jeugdraad was betrokken bij diverse bewustwordingscampagnes rond Wereld Aids Dag, Kinderdag en Kinderrechtendag, nam deel aan UN Rights-meetings en voerde meerdere jeugdgerichte projecten uit. “Er is zichtbaar werk verzet”, aldus Parag. Toch waarschuwt hij tegen zelfgenoegzaamheid. “Het zou niet realistisch zijn om te stellen dat alles vlekkeloos is verlopen. Juist daarom moeten we blijven werken aan een collectieve gewenste situatie.”

Parag trad pas in november 2025 aan als directeur en moest zich in korte tijd een beeld vormen van de interne organisatie. Die beperkte periode werd volgens hem vooral benut om orde en structuur aan te brengen. “We hebben ingezet op het stroomlijnen van processen rond projectindiening, organisatie en beoordeling van projectdossiers. Dat lijkt misschien technisch, maar het is cruciaal. Zonder structuur is er geen duurzaam beleid.” Die basis moet er volgens hem toe leiden dat het NJI en de Jeugdraad in 2026 efficiënter en doelgerichter kunnen opereren.

Voor de komende jaren kiest het NJI nadrukkelijk voor een beleidsfasemodel, gecombineerd met een netwerkbenadering. Dat betekent dat jeugdbeleid niet alleen juridisch wordt aangepakt, maar ook communicatief. Een belangrijk juridisch speerpunt is de herziening van het staatsbesluit Jeugdraad, met als expliciet doel de terugkeer naar een jeugdparlement. Tegelijkertijd zal via gerichte bewustwordingscampagnes worden ingespeeld op actuele thema’s en beleidsprioriteiten. De netwerkbenadering moet zorgen voor nauwere samenwerking met jongerenorganisaties, internationale partners en inhoudelijke deskundigen.

Met het oog op 2026 liggen de ambities hoog. Op de planning staan onder meer districtsconsultaties, het Nationaal Jeugdcongres, de Antidiscriminatieweek en -loop en verkiezingen voor jeugdvertegenwoordigers. Daarnaast zullen nationale en internationale themadagen structureel worden aangegrepen, om jongeren te betrekken bij maatschappelijke vraagstukken.

Parag sloot af met een duidelijke oproep aan jongeren, juist in de feestmaand december. Hij wees erop dat deze periode bekendstaat om een toename van normoverschrijdend gedrag. “Ontspanning en feest vieren horen erbij, maar wel met mate en binnen de grenzen van de wet.” Met die boodschap koppelde hij beleid aan verantwoordelijkheid. “Op naar een jaar vol kansen en nieuwe herinneringen,” aldus de NJI-directeur, die 2026 ziet als een beslissend jaar voor vernieuwing van het jeugdbeleid in Suriname.