NEW YORK - Het aantal gevallen van kinderarbeid is wereldwijd opnieuw gedaald, blijkt uit een nieuw rapport van Unicef en de Internationale Arbeidsorganisatie, ILO.
De cijfers laten een totale afname van ruim 20 miljoen kinderen in kinderarbeid zien sinds 2020. Dat komt vooral door de ontwikkelingen in Azië en de Pacifische regio. Daar was het afgelopen jaar de grootste daling te zien: van 49 naar 28 miljoen kinderen. Maar in Sub-Sahara Afrika is het cijfer in absolute aantallen juist toegenomen.
"De daling die we nu zien, is geen toeval", zegt Wouter Booij van Unicef Nederland. "We weten dat de oplossing ligt in uitgebreide sociale bescherming, gratis en kwalitatief goed onderwijs, betere bescherming van kinderen in wetgeving en betere toegang tot fatsoenlijk werk voor volwassenen."
Toch hebben jaarlijks nog 138 miljoen kinderen met kinderarbeid te maken. Volgens het rapport komt kinderarbeid het vaakst voor in de landbouw: 61 procent van alle getroffen kinderen werkt op boerderijen of op het land, vaak onder gevaarlijke en zware omstandigheden. Daarna volgen huishoudelijke en informele diensten (27 procent) en industriële sectoren zoals mijnbouw en fabriekswerk (13 procent). In Sub-Sahara Afrika is de situatie het ernstigst. Daar werken 87 miljoen kinderen, bijna tweederde van het wereldwijde totaal. Volgens Unicef komt kinderarbeid het vaakst voor in afgelegen rurale gebieden in Sub-Sahara Afrika waar de economische positie van kinderen erg zwak is. "Je ziet met name in meer rurale gebieden dat de voorzieningen en de economische positie van gezinnen heel zwak is, waardoor een kind al snel aan het werk wordt gezet. Daar zien we nog steeds dat het echt een overlevingsstrategie van gezinnen is."
Hoe de economie wereldwijd werkt, speelt mee in dit probleem. "We zien dat kinderarbeid nog te vaak stilzwijgend wordt getolereerd in toeleveringsketens om producten goedkoop te houden", zegt Booij. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij het winnen van kobalt en andere metalen die in telefoons worden gebruikt. (NOS/AFP)