verwerpt deze beschuldigingen en verwijst de voorzitter naar zijn grondige analyse van de conceptovereenkomst.

Lachman stelt dat de organisaties conclusies hebben getrokken op basis van één artikel, zonder de volledige mineralenovereenkomst te bekijken. De organisaties benadrukken dat hun beoordeling is gebaseerd op de vraag of de overeenkomst in lijn is met bestaande wetgeving en internationale verplichtingen van de Surinaamse staat.

Een belangrijk kritiekpunt van BINI is dat de commissie het principe van Free, Prior and Informed Consent (FPIC) niet begrijpt en niet respecteert. Volgens de Nationale Milieu Autoriteit moet het FPIC-proces worden gevolgd in milieueffectenstudies, maar de commissie heeft de conceptovereenkomst ingediend zonder instemming van de lokale gemeenschappen. Dit schendt onder andere de collectieve eigendomsrechten van inheemse en tribale volken, miskent hun traditioneel gezag en kan zelfs leiden tot gedwongen verhuizingen.

Daarnaast constateren de organisaties dat de commissie ook het Environmental and Social Impact Assessment (ESIA)-proces verkeerd toepast. Volgens de Milieuraamwet moet een ESIA eerst worden uitgevoerd en goedgekeurd voordat een overeenkomst wordt aangegaan. Het opnemen van een verplichting tot een ESIA in de overeenkomst is niet voldoende. De overheid kan niet vooraf instemmen met ingrijpende milieueffecten zonder de resultaten van een studie af te wachten.

Ook stellen de organisaties dat de conceptovereenkomst ruimte laat voor misbruik en corruptie. Zo ondertekent een onbekende investeerder namens Chinalco, waarna deze het exploitatierecht over een veel groter gebied dan wettelijk toegestaan kan overdragen aan andere investeerders, zonder goedkeuring van de overheid. Daarnaast krijgt Chinalco in de overeenkomst een bevoorrechte positie die zelfs bij wetswijzigingen in stand blijft, wat ingaat tegen de principes van behoorlijk bestuur.

De organisaties roepen de regering op de conceptovereenkomst niet te ondertekenen en eisen dat de president schriftelijk verklaart dat de conceptwet wordt ingetrokken. Volgens hen zijn transparantie, respect voor wet en recht, en eerlijke participatie essentieel voor goed bestuur.