KIEV - De 31-jarige Oekraïense legerarts Valeria Zoebko werd gevangenge-nomen door Rusland en zat zes maanden vast. De tengere majoor werd ge-marteld en vernederd.
Ze werkte in het ziekenhuis van Marioepol aan het begin van de oorlog, toen dat werd omsingeld. Krijgsgevangenschap was onontkoombaar.
"Het was zwaar, toen we dat hoorden. Dan weet je dat niet iedereen dit traject gaat overleven", vertelt Zoebko, zittend op een parkbankje in de stad Vinnytsja in het midden van Oekraïne. Daar werkt ze nu in een militair hospitaal, waar de zwaarstgewonden van het slagveld worden opgevangen.
Inmiddels is ze weer op gewicht. In Russische gevangenschap verloor ze tien kilo, omdat ze vooral pap kreeg. "Dat is ook een vorm van marteling."
Maar ze heeft het overleefd. Dat kunnen niet alle gevangenen zeggen. Zo werd het lichaam van de Oekraïense journaliste Viktoria Rosjtsjyna onlangs door de Russen terugbezorgd. Er waren enkele organen uit verwijderd, waarschijnlijk om de doodsoorzaak te verhullen. Haar lijkenzak was - al dan niet opzettelijk - anders gelabeld.
Rosjsjtyna was naar door Rusland bezet gebied afgereisd om onderzoek te doen naar de waarschijnlijk 16.000 Oekraïeners die zijn geïnterneerd. Ze lijkt al snel te zijn opgepakt. Journalisten hebben gereconstrueerd wat er met haar is gebeurd. Ze werd onder andere vastgehouden in een berucht gevangenkamp in Taganrog, dat vlak over de Russische grens aan de zee van Azov ligt.
Ook legerarts Zoebko werd daar vastgehouden: "Dat is het wreedste wat ik in heel mijn leven heb gezien. Het maakte daar niet uit of je man, vrouw of dokter was. 's Ochtends en 's avonds waren er controles. In de gang moesten we in spreidstand staan en werd je zonder reden geslagen - omdat we gevangenen waren."
"We moesten ons volledig uitkleden en door de gangen lopen. Dan wendde niemand zich af. Daar waren ook honden bij. Die beten niet, maar werden wel losgelaten." (NOS/EPA)