PARAMARIBO – Tijdens de opening van de vijfde editie van de Suriname Energy, Oil and Gas Summit (SEOGS 2025) zijn grootse plannen en internationale steun voor de Surinaamse olie-industrie gepresenteerd.
Een opvallend moment was de boodschap van Afreximbank-president Benedict Oramah, die werd uitgesproken door een vertegenwoordiger namens hem. De Afrikaanse bank wil USD 5 miljard investeren in de ontwikkeling van lokale content.
Deze forse toezegging markeert een strategisch keerpunt in de relatie tussen Suriname en Afrikaanse financiële instellingen. Volgens de vertegenwoordiger van Afreximbank moet Suriname zijn natuurlijke rijkdommen niet uitsluitend beschouwen als exportproducten, maar benutten als hefboom voor brede economische transformatie. “De overheid moet deze olievoorraad inzetten als kapitaal om duurzame economische groei te realiseren,” zei hij. De bank becijfert dat de ruwe olievoorraad van Suriname — geschat op meer dan 2 miljard vaten — een potentiële waarde vertegenwoordigt van USD 200 miljard, exclusief de 12 biljoen kubieke voet aan aardgasreserves.
President Chandrikapersad Santokhi bevestigde tijdens zijn toespraak dat deze belofte aansluit bij de plannen van zijn regering. Hij verwees naar de deelname van Staatsolie met een belang van 20 procent in het Grand Morgu-project in Blok 58. “Dit project zal naar schatting USD 20 miljard aan directe staatsinkomsten genereren,” aldus Santokhi. Hij bedankte TotalEnergies voor het nakomen van toezeggingen en hun betrokkenheid bij lokale partnerschappen.
Afreximbank stelt dat de economische meerwaarde van olie pas duurzaam wordt als de lokale bevolking actief wordt betrokken bij de keten. Het aangekondigde fonds van USD 5 miljard moet daarom niet alleen infrastructuurontwikkeling ondersteunen, maar ook de lokale capaciteit versterken. Denk hierbij aan beroepsonderwijs, technische assistentie voor opkomende ondernemingen en wetgeving die lokale bedrijven in staat stelt te concurreren bij het leveren van diensten aan grote oliebedrijven.
Santokhi verklaarde dat zijn regering werkt aan wetgeving voor lokale content, en benadrukte dat buitenlandse bedrijven welkom zijn — mits zij bijdragen aan kennisoverdracht, training en co-investering in gemeenschapsontwikkeling. “Wij bouwen de lokale economie van onderop, met de Surinaamse burger centraal in deze transformatie,” zei de president. Hij riep de private sector op zich voor te bereiden op deelname aan offshore-aanbestedingen.
Tijdens de summit werd ook vooruitgeblikt op nieuwe olie- en gasontwikkelingen, waaronder in Blok 52, waar Petronas zich voorbereidt op een boorcampagne. Santokhi kondigde bovendien aan dat inmiddels 50 procent van alle offshore-concessies onder contract is — een duidelijke indicatie van de internationale belangstelling voor Suriname als opkomende energiespeler. Suriname staat aan de vooravond van een economisch keerpunt. Maar de miljarden die in de sector omgaan, moeten leiden tot inclusieve groei. De uitdaging is nu om ervoor te zorgen dat niet alleen buitenlandse investeerders, maar vooral ook de Surinaamse bevolking profiteert van de rijkdom onder de zeebodem.