
VS - Meta heeft bij de aankoop van Instagram (in 2012) en WhatsApp (in 2014) geen misbruik gemaakt van zijn machtspositie, oordeelt een Amerikaanse rechter.

Het was een spannende zaak voor Meta, omdat een mogelijke splitsing van de apps op de loer lag. De Amerikaanse markttoezichthouder FTC kon niet bewijzen dat Meta een monopolist is op de socialemediamarkt. De uitspraak geldt als een nederlaag voor de toezichthouder, die de rechtszaak tegen Meta in 2020 aanspande.
De FTC keurde de overnames van Instagram en WhatsApp in het verleden zelf goed. Nu probeert de toezichthouder de overnames terug te draaien, want volgens de FTC kocht Meta de apps om concurrentie uit de markt te drukken. De FTC wilde Meta dwingen om Instagram en WhatsApp te herstructureren of te verkopen.
Meta verzette zich fel tegen de beschuldigingen van de toezichthouder, omdat het beweerde dat er voldoende concurrentie op de markt aanwezig is. De rechter oordeelde dat apps als YouTube en TikTok er inderdaad voldoende voor zorgen dat Meta niet alle macht in handen heeft.
Volgens de rechter was de FTC er al op gewezen dat het een zware kluif zou worden om te bewijzen dat Meta een illegaal monopolie had. "De markt is in de afgelopen vijf jaar erg veranderd", zegt de rechter. "Ooit was het logisch om de apps op te delen in verschillende markten voor sociale netwerken en sociale media, maar die scheiding maken we inmiddels niet meer." (Nu)

