toestel van de Surinam Airways (SLM). De verdachten A.O., S.D., E.B., R.T., G.R., G.B., D.P., O.Z. en L.G. – worden verdacht van betrokkenheid bij de internationale drugssmokkel. De cocaïne werd ontdekt in een technische ruimte direct achter de cockpit, waar normaliter boordcomputers zijn geplaatst.

 De zitting stond in het teken van pleidooien. De raadsman van A.O., G.R. en D.P. voerde het woord en betoogde dat er geen enkel wettig en overtuigend bewijs is dat zijn cliënten betrokken waren bij het smokkelen of voorbereiden van de uitvoer van de enorme partij cocaïne. Volgens de verdediging zijn de verdenkingen gebaseerd op aannames en ontbreken harde koppelingen met de verdachten.

Tijdens een eerdere zitting hielden de advocaten van L.G., G.B. en S.D. reeds hun pleidooi. Voor de overige verdachten werd uitstel gevraagd, wat door de rechter werd toegewezen. De zaak wordt nu voortgezet op 14 januari 2026, wanneer de resterende pleidooien zullen worden gehouden.

Opvallend is dat het Openbaar Ministerie  (OM) zelf om uitstel vroeg voor het requisitoir – het officiële betoog waarin het OM zijn strafeisen formuleert. De rechter honoreerde dit verzoek. Daardoor blijft voorlopig onduidelijk welke straffen het OM wil eisen voor de grootschalige drugsmokkel via het nationale luchtvaartbedrijf.

Daarnaast dienden de advocaten van A.O., D.P., R.T. en L.G. verzoeken in om de voorlopige hechtenis van hun cliënten op te schorten. De officier van justitie verzette zich daar fel tegen en stelde dat de ernstige bezwaren nog steeds stevig overeind staan. De kantonrechter volgde dat standpunt en wees alle verzoeken af.

Daarmee blijven alle betrokken verdachten achter slot en grendelm, terwijl het onderzoek voortduurt. De SLM-cocaïnezaak, die diepe sporen trok binnen de luchtvaartsector en de bredere samenleving, schuift daarmee opnieuw door – met 14 januari als nieuwe scharnierdatum in een proces dat nog lang niet ten einde lijkt.