Deze opdracht heeft de werkgroep ‘Van armoede naar welzijn door productieve arbeid’ meegekregen van president Jennifer Simons. Het staatshoofd heeft de werkgroep op vandaag  geïnstalleerd, ook met als doel om doelgerichte oplossingen te versnellen in een tijd waarin armoede en sociale kwetsbaarheid veel gezinnen treffen.

 Voorzitter Donaghy Malone zegt dat de werkgroep nauw aansluit bij het sociaal beleid van de regering; een beleid dat inzet op duurzame armoedebestrijding, bescherming van kwetsbare groepen en het creëren van kansen voor burgers onder de armoedegrens, schoolverlaters en jongeren in probleemsituaties. Voorzitter Malone benadrukt dat de aanpak zich richt op zowel individuen als gemeenschappen.

 De voorzitter licht toe dat de werkgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van onder meer de ministeries van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (OWC); Jeugdontwikkeling en Sport (JOS) en Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZOTI), aangevuld met vertegenwoordigers van de Stichting Arbeidsmobilisatie & Ontwikkeling (SAO) en de Stichting Productieve Werkeenheden (SPWE). Het betreft instanties die zich bezighouden met vergelijkbare programma’s. Volgens voorzitter Malone is een grondige inventarisatie noodzakelijk, voordat het daadwerkelijke trainingsprogramma kan worden gestart.

 “We gaan bekijken wat er al is, wie wat doet en waar de gaten zitten. Op basis daarvan bepalen we wat er nog moet gebeuren”, aldus Malone. Verder geeft de voorzitter aan dat de werkgroep zich eerst zal richten op het identificeren van de doelgroep. “Want de doelgroep, die vind je niet hier zo langs de straat of bij de scholen. Die doelgroep moet je gaan zoeken en vaak genoeg is het een doelgroep die een beetje ver wegblijft.” De werkgroep zal daarom, al dan niet samen met de president, bezoeken plannen om behoeften in de wijken op te halen.

 Naast de trainingsfase benadrukte voorzitter Malone het belang van het natraject, waaronder begeleiding naar de arbeidsmarkt, terugkeer naar het onderwijs en ondersteuning bij ondernemerschap. De trainingen zullen vier tot zes maanden duren en kunnen, waar nodig, worden verlengd tot een jaar. De werkgroep rapporteert haar bevindingen en voortgang periodiek aan de president, zodat het beleid waar nodig tijdig kan worden bijgestuurd.