
Kylian Mbappé heeft in de arbeidsrechtbank te Parijs een juridische overwinning geboekt op zijn...

voormalige werkgever Paris Saint-Germain. De Champions League-winnaar moet Mbappé een bedrag van circa 61 miljoen euro betalen.
De miljoenen vlogen het publiek om de oren in deze rechtszaak. Mbappé verlangde immers een vergoeding van liefst 263 miljoen, terwijl PSG eveneens de aanval koos door 440 miljoen te eisen. Het heeft allemaal te maken met het transfervrije vertrek van Mbappé naar Real Madrid. Vorig jaar maakte de Fransman de megastap naar De Koninklijke, terwijl men in Parijs dacht dat Mbappé nog onder contract zou staan aan het einde van 2024.
Dit misverstand was gebaseerd op een contractverlenging van Mbappé. Door PSG werd gecommuniceerd dat Mbappé tot medio 2025 had getekend en de spits poseerde zelfs met een shirt waarop 2025 gedrukt stond op de middenstip van het Parc des Princes. Achteraf bleek dat het contract van Mbappé tot 2024 liep en dat er een optie was om tot medio 2025 te verlengen.
Deze optie werd nooit actief, waardoor Mbappé in 2024 transfervrij naar Real Madrid vertrok. Dat gebeurde met de nodige heisa. Mbappé stelde dat hij na verloop van tijd geen betalingen meer kreeg uit loon, premies en bonussen. Ook vond Mbappé dat PSG aan contractbreuk deed en psychische intimidatie hanteerde. Daarop baseerde de voetballer het bedrag in de arbeidsrechtbank. PSG stelde op zijn beurt dat er afspraken waren gemaakt over het laten vervallen van enkele bedragen. De tegenclaim van 440 miljoen baseerde PSG op imagoschade, contractbreuk, schending van geheimhoudingsplicht en misgelopen transferinkomsten.
De arbeidsrechtbank heeft Mbappé dus in het gelijk gesteld, maar niet voor het volledig geëiste bedrag van 263 miljoen. De rechtbank verplicht PSG tot het betalen van 55 miljoen plus enkele andere kosten, volgens RMC Sport berekende het advocatenteam van Mbappé dat het op ongeveer 61 miljoen uit zal komen. PSG kan nog in beroep gaan tegen deze uitspraak, maar zal volgens Le Parisien wél het verschuldigde bedrag alvast over moeten maken. (VI)

