PARAMARIBO – De kantonrechter heeft dinsdag een verdachte, geïdentificeerd als I.M., bij verstek veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf wegens wederrechtelijke vrijheidsberoving,...
diefstal middels geweld en huisvredebreuk. De zaak draait om een gewelddadige ontvoering van het slachtoffer Rodney Cairo in de nacht van 15 op 16 april 2020 aan de Zirkoonstraat, waarbij de rechter oordeelde dat de verdachte en zijn mededaders handelden op bevel van de directeur van de Dienst Nationale Veiligheid (DNV). Toch was dat bevel volgens de rechter “illegaal” en buiten de taakstelling van de DNV.
De feiten liegen er niet om. In het vonnis staat gedetailleerd beschreven hoe Cairo die avond bezoek kreeg van drie vrouwen, onder wie een zekere T. Zij vroegen of zij vanwege de avondklok die toen was ingesteld vanwege COVID-19 bij hem mochten verblijven. Eenmaal binnen schonken ze whisky, cola en energydrank. Kort nadat Cairo een slok uit het glas van T. had genomen, voelde hij zich vreemd en moest hij overgeven. Vervolgens verloor hij het bewustzijn.
Toen hij met moeite weer bij kwam, hoorde hij in de verte het geluid van een wapen dat werd doorgeladen. Tot zijn schrik zag hij vier in het zwart geklede mannen, van wie er één een shot gun op hem richtte. Daarna werd hij met geweld tegen zijn oog geslagen, een zwarte doek over zijn hoofd getrokken en met ducttape vastgebonden rond nek, mond, handen en voeten. Hij werd zo strak gebonden dat hij pijn had. Hij werd vervolgens door drie personen uit zijn woning gedragen.
Uit de tenlastelegging bleek dat de daders niet alleen Cairo hebben vastgebonden, maar ook spullen hebben buitgemaakt: onder andere twee telefoons. Daarmee werd voldaan aan het tweede feit: diefstal. Het derde feit, huisvredebreuk, bleek uit het onrechtmatig binnendringen van de woning van Cairo. Een getuige, R.A., verklaarde dat hij bij aankomst aan de Zirkoonstraat zag hoe mannen bezig waren het slachtoffer naar een busje te dragen. De verdachte I.M. liep op dat moment naar hen toe met zijn handen omhoog en verklaarde lid te zijn van de DNV en bezig te zijn met een “speciale opdracht”.
De verdediging voerde aan dat de verdachte slechts handelde in opdracht van de DNV-directeur, en daarom niet strafbaar zou zijn. Volgens hen was er sprake van een ambtelijk bevel, waarop de verdachte mocht vertrouwen. Het Openbaar Ministerie stelde echter dat er geen sprake was van een rechtmatig bevel, en bovendien dat de verdachte niet formeel in dienst was van de DNV.
De kantonrechter ging diep in op deze kwestie. Uit verklaringen in het dossier bleek dat de toenmalige korpschef instructies had gegeven aan het Arrestatieteam om ter plaatse in te grijpen, omdat er sprake was van een gewapende actie in de woning van Cairo. Kort daarop belde de directeur van de DNV de korpschef op met het verzoek dat het Arrestatieteam zich zou terugtrekken, omdat “haar mensen aan het werk waren”. De korpschef gaf gehoor aan dit verzoek.
Volgens de rechter is hiermee aannemelijk geworden dat het bevel tot deze actie van de directeur van de DNV kwam. Toch constateerde de rechter dat dit bevel “kennelijk leugenachtig” werd ontkend door de directeur tijdens de rechtszaak. Daarbij stelde de rechter vast dat de directeur niet bevoegd was om zo’n bevel te geven: de DNV heeft immers geen algemene opsporingsbevoegdheid, maar mag enkel inlichtingen vergaren en deze doorgeven aan justitiële autoriteiten. Het binnendringen van woningen behoort uitdrukkelijk niet tot zijn taken.
De rechter achtte verder aannemelijk dat de actie werd ondernomen omdat Cairo over gevoelige informatie over de DNV-directeur beschikte, die hij tijdens een livestream met het publiek wilde delen. Uit het dossier bleek dat dit het motief was om hem monddood te maken.
De verdachte I.M., die volgens de rechter niet officieel in dienst was bij de DNV en geen legitimatiebewijs had, werd uiteindelijk schuldig bevonden aan alle drie feiten. Hij kreeg vier jaar cel opgelegd en de rechter gelastte bovendien zijn gevangenneming. De zaak laat zien hoe machtsmisbruik en illegale operaties diepe sporen nalaten, met voor het slachtoffer Cairo een traumatische nasleep.