PARAMARIBO – Het Royalties Voor Iedereen-programma (RVI), waarbij burgers een aandeel ter waarde van USD 750 krijgen toegekend, zal naar verwachting ruim 572.000 Surinamers bereiken.
Tijdens de lancering van de website voor registratie gaf het ministerie van Financiën en Planning uitleg over de werking, de financiering en de voorwaarden van het programma.
De doelgroep van het RVI-programma bestaat uit drie categorieën: Groep A, bestaande uit 60-plussers en personen met een erkende beperking; groep B, volwassenen tussen de 18 en 59 jaar zonder beperking; en groep C, kinderen onder de 18 jaar. Groep A telt circa 101.000 mensen, groep B 283.000 en groep C 162.000, wat het totaal op 572.186 personen brengt.
Vooral groep A kan vanaf 2 mei 2025 beginnen met het ‘cashen’ van hun toegekend RVI-recht. Dit recht, vastgelegd in een certificaat, kan door de burger verkocht worden aan een deelnemende bank. In ruil daarvoor ontvangt men direct het bedrag van USD 750, omgerekend in SRD, op een bankrekening of een digitale e-wallet. Het geld kan vervolgens in delen of volledig worden opgenomen via pinautomaten.
Minister Stanley Raghoebarsing gaf aan dat de uitbetaling voor groep A gefaseerd zal plaatsvinden tussen 2025 en 2028. “We starten met de oudste groep, de 90-plussers, en werken geleidelijk naar beneden,” aldus de bewindsman.
Een belangrijk aspect van het RVI-programma is dat het belastingvrij is. “Dit is afgestemd met de Belastingdienst.” “Het ontvangen bedrag hoeft niet opgegeven te worden in de belastingaangifte,” aldus de woordvoerder van het ministerie. Verder benadrukte de regering dat dit product geen extra staatsschuld met zich meebrengt. “De banken kopen het RVI-recht op van burgers, houden het tot de maturiteit in 2028 of 2035, en innen dan de rente via toekomstige olie-inkomsten.”
Voor groep B en C geldt dat zij hun RVI-recht pas kunnen verzilveren zodra er daadwerkelijk olie-inkomsten binnenkomen. Verwacht wordt dat deze inkomsten vanaf 2028 zullen starten. “Zonder olie-inkomsten geen cash.” “Dat is duidelijk vastgelegd in het staatsbesluit,” aldus de regering.
Er waren ook zorgen over de houdbaarheid van het programma na de verkiezingen van 2025. Het ministerie erkende dat een toekomstige regering het staatsbesluit kan intrekken. “Daarom is er een bepaling opgenomen dat binnen 12 maanden na de verkiezingen wetgeving moet worden aangenomen ter verankering van het RVI-programma. “Dat biedt rechtszekerheid en waarborgt continuïteit.”
Bij overlijden van een geregistreerde burger gelden de reguliere erfrechtelijke bepalingen. Het opgebouwde bedrag of het nog niet gecashte recht gaat over op de erfgenamen. Burgers bepalen zelf hoeveel van hun bedrag zij willen opnemen. “Of het nu SRD 50 is of het volledige bedrag, dat is aan de persoon zelf,” aldus de minister.
Hoewel het ministerie benadrukt dat gesprekken met banken in een vergevorderd stadium zijn, zijn de namen van deelnemende banken nog niet bekendgemaakt. “We hebben meerdere rondes met alle banken gevoerd.” De Centrale Bank was daarbij betrokken. Binnenkort worden de deelnemende banken formeel bekendgemaakt,” zo luidde het antwoord.