PARIJS - Anik de Groof van ESA wachtte er al vijf jaar op: foto's van de zuidpool van de zon. Uniek, want vanaf de aarde is die kant van de zon nauwelijks te zien.
De Europese ruimtevaartorganisatie brengt de beelden nu naar buiten. Ziet de zon er aan de zuidkant anders uit dan de kant die we vanaf de aarde kunnen zien? Op het eerste gezicht niet. Maar de Solar Orbiter van ESA kan veel meer waarnemen. "Het ultieme doel is de fysica van de zon beter te begrijpen, maar vooral ook het effect op de aarde", zegt De Groof.
De Europese sonde werd in 2020 gelanceerd om de zonneactiviteit te bestuderen. Belangrijk, want die activiteit veroorzaakt ruimteweer. Zonnestormen met weggeslingerde plasmawolken kunnen op aarde radiosignalen verstoren, navigatie-instrumenten onbetrouwbaarder maken of zelfs hele elektriciteitscentrales platleggen - al is daar wel echt de perfect storm voor nodig. Zoiets gebeurde bijvoorbeeld in 1989, toen de Canadese provincie Québec 12 uur lang in het donker zat. Ook het noorderlicht - de afgelopen jaren ook een paar keer in Nederland te zien, is het gevolg van die verhoogde activiteit.
De Solar Orbiter doet zijn werk van relatief dichtbij - dichterbij dan de planeet Mercurius - en moet daarvoor temperaturen van rond de 500 graden doorstaan. Vandaar een hitteschild, waar ingenieus deurtjes zijn aangebracht waar camera's doorheen kunnen kijken. Op 22 maart dit jaar was de verkenner in de beste positie om de camera's op de zuidpool te richten. En wat zag de orbiter? Hij zag vooral iets niet, vertelt De Groof. Er is geen imposant magnetisch veld, met een dominante magneetpool, zoals de aarde heeft. "Als je denkt aan een noordpool en een zuidpool, denk je aan een heel positieve en een heel negatieve pool. Maar op dit moment is die duidelijke polariteit op de zon er niet. We zien eigenlijk een beetje een gespikkeld patroon van kleine en zwakke magnetische pooltjes, zowel positieve als negatieve." (NOS/ESA)