Alexis Sánchez is niet voor de lol naar Sevilla gekomen. De naar eigen zeggen nog fitte professional wil voor de prijzen vechten in Andalusië,...
zo blijkt uit zijn eerste interview op de kanalen van zijn nieuwe club.
Sánchez werd enkele dagen geleden gepresenteerd als nieuwe speler van Sevilla. De ervaren Chileen weet door zijn tijd bij Barcelona hoe het is om in het Estadio Ramón Sánchez Pizjuán te spelen, maar niet met de thuisfans achter zich. “Het stadion is intimiderend als je hier als tegenstander komt spelen”, aldus Sánchez.
Naast Sevilla kon Sánchez ook in Zuid-Amerika gaan voetballen, maar daar had hij nog geen trek in. “Ik voel me fysiek gezien nog goed en wilde in Europa blijven, meer dan graag. Ik heb hier als tegenstander gespeeld en vond het prachtig, ik vind dat deze club weer op een hoger niveau moet spelen”, zo vervolgde de 36-jarige buitenspeler, die nog hongerig is. “Ik wil altijd winnen. Overal waar ik ben geweest, heb ik prijzen gewonnen. Ik ben hier ook naartoe gekomen om voor de prijzen te vechten, niet om gewoon te spelen.”
“Deze club moet weer terugkeren naar waar het vandaan komt: de Champions League”, zo zijn de aspiraties van Sánchez nog maar eens duidelijk. “Of ze moeten weer een titel winnen zoals de Europa League. Ze moeten terug naar de top.” Naast Sánchez kwam er nog een gevestigde naam naar Sevilla. César Azpilicueta arriveerde ook in Andalusië. Momenteel staat Sevilla twaalfde in La Liga. De club won één keer en verloor twee keer in de Spaanse competitie. Op 12 september komt Sevilla weer in actie tegen Elche, in eigen huis. (VI)