PARAMARIBO - Ondanks herhaalde beloften van opeenvolgende regeringen om de kleinschalige goudsector beter te ordenen en daarmee de staatsinkomsten te verhogen, blijkt de praktijk ver achter te blijven.
Sinds 2021 is er tot en met 2025 in totaal nog geen SRD 87 miljoen beschikbaar gesteld voor handhaving en controle, terwijl alleen al de royalty’s uit de kleinschalige sector in 2025 naar verwachting ruim SRD 1,6 miljard zullen opleveren.
Minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen, die dit jaar aan een nieuwe termijn is begonnen, erkent de structurele problemen. Hij zegt goed zicht te hebben op waar het allemaal schort, maar voelt zich aan handen en voeten gebonden, omdat er geen geld wordt vrijgemaakt om wet en recht te laten gelden op de goudvelden, ondanks de zeer lucratieve omzetten. Ook in de goedgekeurde begroting van 2025, die onder nieuw gezag van president Jennifer Simons is aangepast en meegenomen, wordt er niet meer dan SRD 23,5 miljoen vrijgemaakt. Minister Abiamofo wil meer geld, maar dit schijnt niet te zullen lukken. “Het kan allemaal niet op de begroting van 2025. Hopelijk hebben we in de begroting 2026 betere resultaten”, aldus de bewindsman.
De stijgende goudprijzen op de internationale markt hebben geleid tot een toename van mijnbouwactiviteiten, inclusief illegale praktijken in het binnenland. Door het ontbreken van effectieve controle verliest de Staat volgens schattingen honderden miljoenen Amerikaanse dollars per jaar, een bedrag dat zelfs de grens van 1 miljard kan benaderen, gezien de hyperstijging van de prijs de afgelopen maanden.
De ordening van de goudsector werd tijdens de vorige regering ondergebracht bij het Kabinet van de Vicepresident. Daar werd de Commissie Ordening Kleinschalige Goudsector (COKGS) opgericht, belast met het ontwikkelen van structuren en richtlijnen op sociaal, financieel, milieutechnisch en veiligheidsgebied. Daarnaast kreeg de commissie de verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de inning van royalty’s. Van deze taken kwam echter weinig terecht, vooral door gebrek aan financiële middelen.
Opvallend is dat toenmalig vicepresident Ronnie Brunswijk, onder wiens verantwoordelijkheid de COKGS viel, zelf tot de grootste individuele concessiehouders in de goudsector behoort. Critici stellen dat belangenverstrengeling heeft bijgedragen aan de ineffectiviteit van het beleid. Ondertussen blijft de staatsschade door gebrekkige regulering oplopen, terwijl de goudsector jaarlijks miljarden bijdraagt aan de Surinaamse economie.