and the Caribbean zijn positie als ecologisch cruciaal land krachtig onder de aandacht gebracht. Het overleg, gehouden van 29 september tot en met 2 oktober in het Sheraton Lima Historic Center Hotel, stond in het teken van de aanpak van de zogeheten ‘Triple Planetary Crisis’: klimaatverandering, biodiversiteitsverlies en vervuiling.

 Minister Patrick Brunings van Olie, Gas en Milieu benadrukte dat Suriname met zijn unieke status als High Forest, Low Deforestation (HFLD)-land een sleutelrol speelt in de mondiale klimaataanpak. Met meer dan 90 procent bosbedekking en een koolstofnegatief profiel riep Suriname op tot erkenning van de waarde van dergelijke landen. Daarbij pleitte Brunings voor steun aan een Transition Fund en de uitvoering van een Nationaal Restauratieprogramma.

 Ook presenteerde Suriname voorstellen op het gebied van vervuiling en afval. Het land wil als pilot dienen binnen het Regionale Programma voor Methaanreductie en de sluiting van stortplaatsen. Daarnaast werd gepleit voor een circulaire economie en een speciaal HFLD-financieringsmechanisme. Het operationaliseren van internationale koolstofmarkten, zoals vastgelegd in Artikel 6 van het Klimaatakkoord van Parijs, moet volgens Brunings helpen om duurzame projecten te financieren.

 In aanloop naar COP30, die volgend jaar in Belém (Brazilië) plaatsvindt, maakt Suriname zich sterk voor een eensgezind regionaal standpunt. Volgens de minister is zorgvuldige voorbereiding essentieel om de belangen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied overtuigend op de wereldagenda te krijgen.

 Brunings benadrukte verder dat de ontwikkeling van de olie- en gassector de groene ambities van Suriname niet ondermijnt. Integendeel, de inkomsten moeten worden ingezet om de transitie naar duurzame ontwikkeling te versnellen, met investeringen in bosbehoud, afvalbeheer, klimaatadaptatie en hernieuwbare energie. “Suriname vraagt geen liefdadigheid, maar erkenning van de waarde van onze bossen en ecosystemen”, stelde hij.

 Met zijn actieve deelname versterkte Suriname de zichtbaarheid van kleine, maar ecologisch belangrijke landen in de regio. Het positioneert zich daarbij als bruggenbouwer tussen economische groei en natuurbehoud. Brunings sloot af met een duidelijke boodschap: “Ondanks onze olie- en gasontwikkelingen blijven wij onverminderd toegewijd aan klimaatactie en natuurbehoud. Partnerschappen moeten beloften omzetten in tastbare resultaten voor onze bevolking en toekomstige generaties.”