PARAMARIBO – De houtverwerkingssector kampt al jaren met structurele problemen. Na de recordproductie van 319.000 m³ gezaagd hout in 2019 is de output met circa twee derde gedaald.
Sindsdien is er geen sprake geweest van duurzaam herstel. Hoewel er in 2024 een lichte toename was ten opzichte van 2023, blijft het productieniveau ver verwijderd van de piekjaren.
Een belangrijke oorzaak voor het stagnerende herstel is het uitblijven van investeringen in moderne infrastructuur. Plannen voor de ontwikkeling van houtzagerijen en droogfaciliteiten voor de export van hoogwaardige houtproducten zijn grotendeels niet gerealiseerd. Ook het tekort aan goed opgeleid technisch personeel vormt een rem op de ontwikkeling van de sector.
De toegang tot betaalbare financiering blijkt een knelpunt. De mate van kredietverlening aan de bosbouwsector is beperkt, waardoor ondernemers moeite hebben om noodzakelijke investeringen te doen. Het gevolg is dat veel zagerijen werken met verouderde apparatuur, wat leidt tot hoge kostprijzen bij de verwerking van hout.
Hoewel het Meerjarenontwikkelingsplan (MOP) investeringen in bestaande faciliteiten had voorzien om de sector te versterken, zijn deze slechts deels gerealiseerd. De gebrekkige uitvoering van het beleid is direct te koppelen aan de stagnerende productiecijfers.
De impact van deze stagnatie is ook merkbaar in de overheidsinkomsten uit de sector. Die daalden van SRD 200 miljoen in 2019 naar slechts SRD 40 miljoen in 2020, als gevolg van het stilleggen van productie- en dienstverlening tijdens de COVID-19-pandemie. Sinds de heropening van de economie is er een geleidelijk herstel zichtbaar. In 2023 lagen de inkomsten uit de bosbouwsector opnieuw rond het niveau van 2019, ondanks een daling in de productie van rondhout.
Binnen de overheidsinkomsten uit de sector blijft de retributie de belangrijkste bron, gevolgd door concessieopbrengsten en keuringsloon. De inkomsten uit exploratierechten zijn daarentegen sterk teruggevallen.