panelleden door het intelligentieniveau van de doorsnee Surinamer lager dan normaal in te schatten, en dit als oorzaak aan te wijzen waarom er verkeerde politieke keuzen worden gemaakt. Opmerkelijk daarbij is dat discussieleider Jörgen Raymann hem in bescherming probeerde te nemen, terwijl de overige panelleden de messen aan het slijpen waren.

“Onze bevolking is niet zo knap”, stelde Reyme. Raymann probeerde hem met een onderbreking op een ander spoor te brengen. “Je weet wat ik bedoel”, was zijn reactie hierop. “En daardoor kiezen wij verkeerde leiders”, stelde hij. “Goed investeren in onderwijs zodat wij ook mensen hebben die genoeg weten hoe keuzes te maken.” En ook toen kwam Raymann in om de uitspraken van Reyme te verzachten met “werken aan kritische burgers die begrijpen waar het om gaat en ook inzicht hebben.”

Vooral Kelvin Koniki (ABOP) en Bronto Somohardjo (PL) namen daaraan aanstoot en konden niet wachten om hem van repliek te dienen. “Maar de mensen moeten op hem stemmen?” zei Koniki, die tijdens het debat de meest kalme spreker is geweest.

Somohardjo bediende hem flink van repliek door afstand te doen van de uitspraak. “De doorsnee Amerikaan en doorsnee Israëliër worden als knap gezien, en kijk wat voor leiders zij hebben gekozen, dus dat slaat nergens op. ons volk weet precies wat het doet en wat voor leiders het moet kiezen.”

Ook OPTSU-vertegenwoordiger John Samuel, van huis uit diplomaat, maakte op een nette manier duidelijk het niet eens te zijn met de wijze waarop Reyme zijn woorden koos. “We hebben wel knappe en intelligente mensen in Suriname.”