Boris van der Vorst is in november tijdens het verkiezingscongres geen kandidaat meer voor het voorzitterschap van World Boxing.
De Nederlander, die Olympisch boksen van de afgang redde, neemt voldaan afscheid bij de mondiale bond. De 53-jarige Van der Vorst stond de afgelopen drie jaar aan het hoofd van World Boxing. Boksen dreigde geen onderdeel van de Olympische Spelen van 2028 te zijn, maar de sport staat mede dankzij de inzet van de mondiale bond in Los Angeles toch op het programma. "Een droom is waargemaakt", schrijft Van der Vorst in een afscheidsbrief aan de voorzitters van alle aangesloten boksfederaties. Hij stelt "zeer trots" te zijn dat het boksen is teruggebracht naar de Spelen en hoopt dat "de bokssers hun dromen nu kunnen najagen."
Boksen leek na 124 jaar uit het Olympische programma te verdwijnen, omdat het Internationaal Olympisch Comité (IOC) de banden met de International Boxing Association (IBA) losweken. Bij die bond sprak het IOC onder meer van corruptie en omkoping. Alleen een nieuwe internationale federatie kon ervoor zorgen dat de Olympische status behouden bleef. Die uitdaging ging Van der Vorst met World Boxing aan. Hij kreeg steeds meer nationale bonden achter zich. Eerder dit jaar erkende het IOC de nieuwe boksbond.
"Ik kijk terug op een boeiend avontuur dat veel tijd en inspanningen heeft gevergd. Ik draag het nu over aan anderen", zegt Van der Vorst. Hij zal zijdelings bij het internationale boksen betrokken blijven. (NU.NL)