PARAMARIBO – Minister Adelien Wijnerman van Financiën en Planning benadrukt dat Suriname opnieuw met een tekortbegroting werkt voor het jaar 2025 en straks als de begroting van 2026...
wordt ingediend zal er ook daarbij een tekort zijn. De minister verzekert echter dat de druk op de bevolking niet verder zal worden opgevoerd. “Ik wil expliciet aangeven dat er de komende periode géén belastingverhogingen komen”, aldus Wijnerman. “We gaan vooral kijken naar betere processen, extra controles en efficiëntere inning om meer middelen binnen te halen.”
Volgens de minister is het indienen van een tekortbegroting in Suriname bijna traditie geworden. “De begroting wordt vooralsnog altijd met een tekort ingediend. Dat betekent dat de discussie meteen gaat over financiering: hoe dek je dat gat?” legt ze uit. Daarbij wijst ze op het belang van de “middelkant” – de inkomstenzijde – waar met verbeterde procedures en striktere controles mogelijk meer kan worden gegenereerd dan aanvankelijk geraamd.
De regering ziet zich dus genoodzaakt om enerzijds inkomsten beter te beheren en anderzijds de uitgaven zorgvuldig te faseren. “We monitoren dagelijks de cashflow. Je kunt niet alles in één keer betalen, net zoals in een huishouden. Wat je hebt, dat kun je uitgeven. Meer niet”, aldus Wijnerman.
Een belangrijk signaal dat de minister afgeeft, is dat er géén nieuwe belastingen of verhogingen op komst zijn. “We willen de druk op de bevolking niet verder vergroten. Daarom zoeken we de oplossing in efficiëntie en controle, niet in belastingverhoging.” Toch erkent Wijnerman dat de bevolking reeds zwaar wordt getroffen door externe factoren zoals stijgende brandstofprijzen en wisselkoersschommelingen.
“De benzineprijzen blijven stijgen en dat werkt door in bijna alle uitgaven. Ook de koersontwikkelingen spelen ons parten. Dat maakt het nog uitdagender om de begroting in balans te houden”, zegt de bewindsvrouw.
Een groot deel van de begroting wordt opgeslokt door vaste lasten, waar de overheid niet onderuit kan. “De lonen en salarissen, subsidies, gezondheidsuitgaven, vuilophaal en de busdiensten zijn operationele kosten die je moet blijven betalen, ongeacht hoe hoog de benzineprijs is”, benadrukt Wijnerman. Juist omdat deze posten vrijwel onaantastbaar zijn, wordt er gezocht naar bezuinigingsruimte in andere uitgaven. “Dat vraag ik ook aan mijn collega-ministers: waar kunnen we kritisch snijden zonder dat de samenleving onnodig hard geraakt wordt?”
Een complicerende factor is dat de huidige regering nog steeds opdraait voor verplichtingen uit het verleden. “Ik krijg vaak van collega’s rekeningen binnen van werken die in de voorgaande periode zijn uitgevoerd, maar nooit betaald zijn. Dat zorgt voor een zware last op de begroting en beperkt de ruimte om vooruit te plannen.” Deze structurele achterstanden veroorzaken spanning in de relatie tussen de overheid en leveranciers. “Ik begrijp dat veel bedrijven en organisaties zitten te wachten op hun geld. Maar het is simpelweg onmogelijk om alles in één keer uit te betalen”, aldus Wijnerman. “We doen het gefaseerd, afhankelijk van de middelen die we op dat moment binnenkrijgen.”