advertentie
Nieuws Archief
Social media
AMSTERDAM – De Ariane 6 is dinsdagavond voor de eerste keer gelanceerd. De raket geeft Europa na jaren weer mogelijkheden om zelf satellieten naar de ruimte te sturen, zonder daarvoor afhankelijk te zijn van de Verenigde Staten of Rusland.
De draagraket vertrok het lanceerplatform in Kourou, Frans-Guyana. Aan boord zijn twee experimentele capsules en meerdere satellieten die in een baan rond de aarde worden gebracht. Het is een belangrijke dag voor de Europese ruimtevaart. Dertien landen hebben onder de vlag van ruimtevaartorganisatie ESA al tien jaar gewerkt aan de Ariane 6. De raket had in 2020 al de lucht in moeten gaan, maar de ontwikkeling liep steeds vertraging op.
Ondertussen was de productie van de te dure Ariane 5 al stopgezet. Daarom zat Europa een paar jaar zonder eigen lanceermogelijkheden en moest het uitwijken naar ruimtevaartbedrijf SpaceX. Een vlucht met de Ariane 6 is ongeveer de helft goedkoper dan met de Ariane 5, wat zo’n 150 miljoen euro kostte. Lanceringen met de Falcon 9-raket van SpaceX blijven het goedkoopst: ongeveer 67 miljoen dollar (bijna 62 miljoen euro) per keer.
Maar Europa wil liever niet afhankelijk zijn van Amerikaanse ruimtevaartbedrijven. Niet in de laatste plaats omdat er kritieke Europese infrastructuur wordt gelanceerd, bijvoorbeeld voor militaire communicatie. Aan de Ariane 6 hebben ook Nederlandse bedrijven meegewerkt, zoals Airbus uit Oegstgeest en Aerospace Propulsion Products uit het Brabantse Klundert. (NU.nl)…[+]