Volgens de Britse regering is afgesproken dat ze met dertien fregatten "gaan jagen op Russische onderzeeërs". De marineschepen worden aangevuld met onder meer zeedrones. Het gaat om de doorgangen bij de Atlantische Oceaan en de Noorse Zee. De wateren liggen tussen Groenland, IJsland en Schotland en zijn al sinds de Koude Oorlog kwetsbare plekken in de verdediging van de NAVO.

Europa en de Verenigde Staten zijn bijvoorbeeld niet meer met elkaar verbonden als Rusland er bijvoorbeeld de scheepvaart platlegt met onderzeeërs. Er lopen ook cruciale communicatiekabels. Ook voor de Russen is het gebied belangrijk, omdat de wateren een belangrijke toegang zijn tot de wereldzeeën voor de Russische marine.

De Britten en Noren gaan naar eigen zeggen "als één geheel optrekken" in de zogeheten GIUK gap (Groenland-IJsland-Verenigd Koninkrijk-engte). Ze delen onderhoudsvoorzieningen, technologie en andere uitrusting. Zo kunnen ze elkaar makkelijk vervangen en snel ter plaatse zijn, stelt de Britse regering.

Londen en Oslo gaan ook samen moederschepen voor zeedrones maken. Die moeten mijnen opsporen en worden ingezet voor "onderzeese oorlogsvoering". Daarnaast gaan Britse mariniers ter voorbereiding op gevechten bij temperaturen onder het vriespunt trainen in Noorwegen. De afgelopen twee jaar is het aantal Russische schepen dat Britse wateren bedreigde volgens Londen met 30 procent toegenomen. Zo voer het veronderstelde spionageschip Yantar ook langs Nederland. (Nu)