
PARAMARIBO - Het bacovenbedrijf FAI ligt opnieuw onder vuur vanwege ernstige tekortkomingen in bestuur en bedrijfsvoering.

Ondanks een schuldenlast van USD 22 miljoen lijken de uitgaven en personeelsstructuur nauwelijks in lijn met de economische prestaties van het bedrijf. Minister Mike Noersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) spaart de organisatie niet: “Als wij kijken wat er allemaal is gebeurd, dan moet ik concluderen dat het bacovenbedrijf FAI gerund is als een bacovewinkel.”
FAI telt naar schatting ruim 500 arbeiders, maar de financiële verhoudingen binnen het bedrijf roepen grote vragen op. De totale loonsom bedraagt circa SRD 8 miljoen per maand, waarvan meer dan SRD 1 miljoen opgaat aan de directie. Deze uitgaven drukken zwaar op de begroting, zeker gezien de zwakke bedrijfsresultaten en de schuldpositie.
Ook blijkt dat er medewerkers op de loonlijst staan van het staatsbedrijf, die tegelijk in dienst bij de overheid zijn. Deze dubbele salarisbetalingen duiden op ernstige tekortkomingen in de administratieve beheersing van het bedrijf.
Hoewel FAI beschikt over ongeveer 4.000 hectare aan landbouwgrond, wordt minder dan 10 procent daarvan daadwerkelijk benut. De resterende hectares liggen braak, terwijl het bedrijf zwaar in de schulden zit en nauwelijks rendement genereert.
De financiële controle binnen FAI blijkt bovendien al jaren ontoereikend. De meest recente management letter stamt uit 2021, waardoor het bedrijf drie jaar zonder een actuele accountantsbeoordeling heeft gefunctioneerd. Inmiddels is opdracht gegeven om nieuwe onderzoeken uit te voeren naar de loonkosten en de interne geldstromen. “We hebben gezien dat er een stukje financiële wanorde is. Er zijn de afgelopen jaren geen goedgekeurde jaarverslagen”, zegt minister Noersalim.

