
PARAMARIBO - De regering zal geen enkele vorm van goudwinning in beschermde natuurgebieden tolereren.

Dat benadrukt minister David Abiamofo van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) over de aanhoudende illegale goudwinning in kwetsbare en beschermde gebieden.
Abiamofo erkent dat de handhaving tot nu toe onvoldoende effectief is geweest, vooral omdat ingrijpen vaak vanuit Paramaribo plaatsvindt. “Zodra de autoriteiten het gebied verlaten, doen andere goudzoekers dezelfde plekken weer aan. Dat is niet effectief gebleken”, zegt hij. NH heeft de afgelopen jaren herhaaldelijk gewezen op de noodzaak van extra middelen en mankracht om permanent aanwezig te kunnen zijn in beschermde gebieden. Een structurele aanwezigheid van de autoriteiten noemt de minister essentieel. In de tussenperiode is afgesproken dat de betrokken instanties nauwer zullen samenwerken om de problematiek van goudwinning in beschermde gebieden effectiever aan te pakken. Het gaat daarbij om de ministeries van Justitie en Politie, Defensie, Grondbeleid en Bosbeheer, de districtsautoriteiten en NH. Deze afspraken zijn gemaakt tijdens overleg onder leiding van de president. “Er worden nu concrete afspraken uitgewerkt in een tijdslijn, waarna opnieuw aan de president zal worden gerapporteerd”, aldus Abiamofo.
De minister wijst erop dat illegale goudwinning in beschermde gebieden geen nieuw verschijnsel is. Sinds de jaren negentig vindt op verschillende plekken goudwinning plaats, met aanzienlijke schade aan natuur en milieu tot gevolg. In het verleden zijn gesprekken gevoerd over de herindeling van zwaar aangetaste gebieden en mogelijke compensatie met onaangetaste natuurgebieden. De huidige situatie maakt volgens Abiamofo echter duidelijk dat het beschermen van natuurgebieden niet langer kan worden uitgesteld. “Wat nu gebeurt, is onacceptabel. Wij zullen in geen geval tolereren dat goudzoekers beschermde gebieden binnendringen”, benadrukt hij. Tegelijkertijd wijst de minister op de praktische uitdagingen bij de aanpak. “De goudsector kan niet vanuit Paramaribo op papier of alleen met woorden worden geordend. Daarvoor moeten de gebieden worden bezocht en moet er daadwerkelijk worden gehandhaafd. Zonder voldoende middelen is dat een enorme uitdaging.”

